Gascognes Scarlet (synoniem Gascoyne´s Scarlet Seedling) is geteeld door Gascoyne in Sittingbourne in Engeland en in 1871 door boomkweker Geo Bunyard in de handel gebracht. De voorjaarsbloei is middellang durend. De bloemen zijn slechts matig vorst- en weerbestendig, plant daarom Gascognes Scarlet op een beschutte plek. De bloeiontwikkeling ontstaat aan tweejarige langloten, eindstandig aan het korthout.
Deze appel kan geplukt worden vanaf eind september. De vruchten zijn middelmatig groot, breedrond en dikwijls scheef. De ene helft is vaak kleiner dan de andere. De schil is glad, vettig en hard. De kleur is variabel van geelachtig groen, licht purperrood tot troebel met groen- en roodomrande stippels op de schil. De vruchten hangen apart en zijn goed ontwikkeld. Het vruchtvlees is groenachtig tot wit, ook wit-roodachtig bij de schil, vast, fijncellig, sappig zuurzoet, met een iets geparfumeerd aroma.
Deze appel is vergelijkbaar met de vruchten van Albrechtapfel, Baumann´s Reinette en Cox´s Pamona.
Bewaren
De appel kan bewaard worden van oktober tot eind december. Langer bewaren kan niet want de vruchten worden slap en melig en zijn aroma verdwijnt.
|
Jan | Feb | Mrt | Apr | Mei | Jun | Jul | Aug | Sep | Okt | Nov | Dec |
Bloeitijd | ||||||||||||
Pluktijd | ||||||||||||
Bewaartijd | ||||||||||||
Groei | De opbrengst begint middelvroeg, is vrij onregelmatig, maar over het algemeen is er een goede vruchtontwikkeling. De bomen groeien middelmatig sterk en sparrig waarbij gesteltakken gevormd worden die eerst schuinopwaarts groeien, maar later bijna horizontaal. De takken zijn dicht bezet met zijhout. Algemeen ook goed te gebruiken voor haagvormen. | |||||||||||
Gebruik | Zomer- en handappel: consumptierijp van oktober tot december. Gebruik de appel als grote, schitterend rode tafelappel voor vers gebruik, voor moes, stukken op sap en voor compote. | |||||||||||
Plantafstanden | Hoogstam | Halfstam | Laagstam | |||||||||
7-8 meter met onderstam |
4-6 meter met onderstam |
2-4 meter met onderstam |
||||||||||
Goede bestuivers | Slechte stuifmeelkwaliteit .
Zie ook algemeen overzicht bestuivingstabel voor appelen van Guy De Kinder |
|||||||||||
Windvastheid | tot aan de boomrijpheid is hij voldoende windvast | |||||||||||
Opbrengst | geringe productiviteit en daarom enkel nuttig voor liefhebbers | |||||||||||
Gevoeligheid voor ziekten | Vatbaar voor vruchtrot (monilia), schurft, matig voor stip en gevoelig voor druk. Probeer drukvrij te oogsten. Matig gevoelig voor meeldauw, sterker voor schurft en voor bladmozaïek. |