De pruimenmot kan ernstige schade toebrengen aan jonge vruchten van late pruimen, kersen, abrikozen en perziken. In de vruchten worden boorgangen gemaakt en zitten er crèmekleurige of rozerode rupsen. Vooral in warme zomers kan de schade opvallend zijn.
Levenscyclus
De rupsen overwinteren in een cocon achter de schors of soms in de grond. De rupsen verpoppen vanaf april tot juni. De volwassen vlinder is 8 mm groot, grijs-bruin gekleurd met blauwpaarse vlekjes. |
De glasheldere eieren (0,7 mm grootte) worden in juni op de vruchten afgelegd. Dit vooral ´s avonds als de temperatuur boven de 15°C is. De eieren ontluiken na ongeveer 2 weken. |
De jonge rups is witachtig(crémekleurig) van kleur en maakt een oppervlakkige gang naar de steelholte. Een volgroeide rups is ca 11 mm lang, rozerood van kleur en heeft een donkerbruine kop. |
De aangetaste vruchten ontwikkelen niet verder, worden donker en vallen uiteindelijk af. De vroegst ontwikkelde rupsen (6-7 mm, lichtbruin) kunnen in juni verpoppen en dan een volgende generatie geven. De laatontwikkelde rupsen verpoppen pas het volgende jaar.
Tussen half juli en einde augustus kunnen de volwassen vlinders van de tweede generatie verschijnen. Ze leggen hun eieren op het onderste deel van de vruchten. Deze eieren ontluiken na ca 7 dagen tijdens de maanden augustus of september. Deze jonge rupsen vreten eerst een oppervlakkige gang, daarna tot aan en rond de steen. Er zitten uitwerpselen in de boorgang en er ontstaat gomvorming aan de inboring.
Vanaf oktober zoeken de volgroeide rupsen na 3-5 weken hun overwinteringsplaats op.
Overwintering van de rupsen vanaf november tot april in een cocon achter de schors.
januari | februari | maart | april | mei | juni | juli | augustus | september | oktober | november | december | |
Overwinterende rupsen in cocon |
Verpoppen |
Volwassen vlinder, eieren en jonge rozerode rups |
Overwinterende rupsen in cocon |
|||||||||
Overwinterende rupsen | Verpoppen | Overwinterende rupsen |
Invloed van het ras
Vooral schade bij de half-late en late pruimenrassen zoals ´Anna Spath´, ´Belle de Louvain´, ´Victoria´ en ´Altesse Simple´ (kwetsen).
Tolerante rassen zijn o.a. ´Wignon´ en ´Sainte Cathérine´.
Tijdstip bestrijding
– 1ste generatie: half mei – begin juni
– 2de generatie: einde juni – eind augustus
Een jonge larve eet niet van de vruchtschil als er behandeld is met een gewasbeschermingsproduct. Er kan daarom beter een product tegen de eieren van de pruimenmot gebruikt worden.
O.a. bacteriepreparaten (BT) zijn bruikbaar in de bestrijding.