Waar en hoe kan u best pitvruchten zoals appels en peren bewaren? Sommige appel- en perenrassen bewaren beter dan andere. Een goede bewaarplaats heeft een hoge luchtvochtigheid, is donker en heeft een temperatuur van 2 tot 4°C. Een teveel aan vruchten kan verwerkt worden tot vitaminerijk vruchtensap.
Teeltmaatregelen die de bewaring van appels en peren beïnvloeden
- Fruitbomen die teveel stikstofmeststoffen hebben gekregen, geven vruchten die minder lang te bewaren zijn. Fruitbomen die veel kaliummeststof kregen, geven stevigere vruchten die langer bewaren.
- Appels met een rode blos bewaren meestal minder lang. Bijvoorbeeld de ´Rode Boskoop´ bewaart minder lang dan de gewone ´Schone van Boskoop´.
- Appel- en perenrassen die u lang wilt bewaren, moet u eerder (onrijper) plukken. Pluk bij voorkeur in propere, lage houten kistjes, welke gemakkelijk te controleren zijn.
- De zomer- en herfstrassen van appel en peer zijn over het algemeen maar kort te bewaren. De iets onrijp geplukte winter- of bewaarrassen houden zich veel beter.
- Appels en peren geplukt van hoogstam en halfstam zijn beter houdbaar dan deze van laagstambomen. Ook zijn appels geteeld op zandgronden meestal minder lang bewaarbaar dan dezelfde appels op klei- en leemgronden.
Waar en hoe appels en peren bewaren zodat ze optimaal vers blijven?
- Breng enkel gave en gezonde vruchten in de bewaarplaats. Leg de meest dikste vruchten afzonderlijk, want die bewaren minder lang dan middelmatig dikke vruchten.
- Bewaar geen pitfruit met korte bewaarduur in de buurt van fruit met lange bewaarduur. Rijpend fruit geeft ethyleen (rijpingsgas) af, waardoor ook de afrijping van langer bewarend appels en peren versneld wordt.
- Gebruik lage kistjes om de pitvruchten te bewaren. Reinig of ontsmet die kistjes voor de pluk. Zet de kistjes op verschillende stapels en laat onder de onderste kist een ventilatieruimte van ca 10 -15 cm.
- Een locatie op het noorden met bescherming tegen regen, vorst, vogels en knaagdieren is gunstig. Kleine hoeveelheden kunnen in een koelkast worden bewaard. Voor appels is de ideale bewaartemperatuur 4-5°C en voor peren is dit 0-1°C. Een goed onderkomen is een donkere, niet te droge kelder die gelucht kan worden via een raam aan de noordkant. Een gelijkmatige temperatuur van 2 – 4°C is meestal goed.
- Hou de luchtvochtigheid tamelijk hoog door de vloer af en toe nat te maken. Bij een te droge lucht gaan de vruchten rimpelen. Om dit rimpelen te vertragen kunt u plastiekfolie of papier op de vruchten leggen.
- Neem tijdens de bewaring regelmatig rijpe en rotte vruchten weg. Controleer de vruchten wekelijks op bederf. De meest voorkomende problemen zijn bruinrot, kurkstip en vraatschade van knaagdieren en vogels.
Sommige appelrassen zijn op zandgrond erg vatbaar voor kurkstip. Zeer gevoelig zijn o.a. ´Cox´s O.P.´, ´Winston´ en ´Schone van Boskoop´. Een te hoog kaliumgehalte in de grond is nadelig voor de calciumopname, zodat gemakkelijker kurkstip ontstaat.
Goed te bewaren appel- en perenrassen
Goed bewaarbare appelrassen |
Goed bewaarbare perenrassen |
´Bellefleur´ (Enkele), Bellefleur (Franse) ´Bellefleur Large Mouche´, ´Dubbele Bellefleur´ Bramley´s Seedling Colapuis Eisdener Klumpken, Gronsvelder Klumpken Keiing Otava Schone van Boskoop Winston
|
´Beurré Alexandre Lucas´ Beurré Gris (Gris d´Hiver) Bergamotte Esperen Bronzée d´Enghien Catillac (Gros Gillot) Gieser Wildeman, Perico * Jeanne d’Arc Le Lectier Nordhauser Winterforelle Olivier de Serres Passe Crassane Saint Rémy Uta Zilavka
|
* = Minder lang te bewaren, uiterlijk tot begin december. |
Speciale bewaaromstandigheden om appels en peren langer te bewaren
Bij de beroepsfruitkwekers gebruikt men speciale koelcellen (U.L.O.), waarin men een lage temperatuur, laag zuurstofgehalte en laag CO2-gehalte kan houden.Op deze manier kan men het uitrijpen van sommige rassen erg vertragen.Het perenras ´Beurré Hardy´ is bij fruittelers tot ca december te bewaren, terwijl dit ras bij liefhebbers maar tot september-oktober te bewaren is. (Dit ras wordt bijna niet meer gekweekt bij beroepsfruittelers). De perenrassen ´Durondeau´ en ´Doyenné du Comice´ zijn bij fruittelers tot circa december-januari te bewaren, terwijl ze bij liefhebbers meestal maar tot oktober-december te bewaren zijn. De perenrassen ´Conference´ en ´Concorde´ zijn bij fruittelers bijna een gans jaar te bewaren, terwijl ze bij liefhebbers meestal maar tot oktober-november te bewaren zijn.
Foto: de winterappel ´Colapuis´ is zeer lang te bewaren.
Vitaminerijke vruchtendrankjes voor de winter
Een overtollige oogst kan ook goed verwerkt worden tot sap. Het sap wordt gepasteuriseerd en is ca één jaar bewaarbaar. Belangrijk is dat de appels niet te rijp zijn. Het mengen van verschillende zoete én zure rassen is gunstig voor de smaak van het vruchtensap. Afhankelijk van het bedrijf moet men minstens 120 ofwel 150 kg vruchten lagen persen.
Foto Lekker en gezond vruchtensap!