Niet alle fruitsoorten zijn even gemakkelijk te kweken en te snoeien. Sommige soorten vragen heel wat onderhoud. Toch zijn er enkele fruitgewassen die erg aan te raden zijn omdat ze weinig kans op mislukking geven, snel vruchten geven en zelfbestuivend zijn. Planten met naakte wortel worden best in november – december geplant om een optimale hergroei te krijgen. Fruitsoorten in pot kunnen vanaf september tot april worden geplant. Kleinfruitsoorten die weinig snoeiwerk vragen zijn frambozen, trosbessen, bramen en taybessen. Fruitbomen die normaal geen snoei nodig hebben zijn abrikozen, pruimen en walnoten.
Eenvoudig starten
Het beste is met houtig kleinfruit zoals trosbessen, kruisbessen, frambozen, bramen en taybessen te starten. De snoei is eenvoudig uit te voeren en de bessenproductie start zeer vroeg.
Planten in de juiste periode
Het meeste fruit kan best in november of december geplant worden. In januari, februari en maart kan ook geplant worden maar de hergroei is soms minder goed.
Planten in pot, zoals houtig kleinfruit en druiven, kunnen vanaf september tot april worden geplant.
Voorbereiding van het planten
Voor het planten moet de grond onkruidvrij zijn. Zorg dat er geen bouwafval in de grond zit en maak de grond los tot ca 30 cm diepte. De meeste fruitsoorten houden niet van te natte grond. Een normaal vochtige grond wordt meest aanbevolen.
Sommige soorten kleinfruit kunnen geleid worden aan draad. Het is handig voor het planten die draden al te spannen. Eén draad op ca 60 cm en de volgende op 120 en de derde op ca 180 cm. Het leiden is niet nodig voor zwarte bessen en blauwe bessen.
Boompalen voor fruitbomen worden circa 50 cm diep gezet en zijn circa 180 cm lang. De boom komt op ongeveer 10 cm van die paal.
Witkalken van bomen
Het witkalken van bomen kan rond de eerste vorstperiode toegepast worden om het barsten van de stam te voorkomen.
Tijdens een vorstperiode in de winter kan de zon schijnen waardoor langs de zonnekant (zuidkant), de temperatuur plots stijgt. De schaduwzijde (noord) blijft bevroren. Hierdoor kunnen zodanige spanningen in de schors ontstaan, dat de schors of stam gaat barsten. Om dit te voorkomen kan met een soort witkalk de zonnekant van de stam ingesmeerd worden, om de zon te weerkaatsen, zodat de temperatuur toch niet te hoog stijgt.
Ontstaan er toch barsten in de schors dan kunnen deze opgevuld worden met entwas.
Ook het aanbrengen van een zgn. boombeschermer (spiraal) voorkomt te grote temperatuurschommelingen in de stam en voorkomt wildschade.
De gemakkelijkste planten
1. Frambozen
Frambozen vragen weinig snoei. Enkel de dode takken moeten verwijderd worden na de oogst.
Het minste werk vragen de herfstframbozen: in februari worden ze volledig tot tegen de grond weggesnoeid.
Herfstframbozen zijn ook geschikt voor de teelt in potten en kuipen.
Oogsttijd: juni-juli (zomerframbozen) of september-oktober (herfstframbozen)
2. Trosbessen
Rode en witte trosbessen of aalbessen zijn eenvoudig te kweken. Ze kunnen als struiken gekweekt worden, maar ze kunnen ook geleid worden aan draden, zodat ze minder plaats innemen.
Struiken kunnen jaarlijks iets uitgedund worden, waarbij de oudste takken met een takkenschaar weggeknipt worden. Te laag hangende takken kunnen ook weggesnoeid worden.
Oogsttijd: juni-juli
Zwarte trosbessen worden enkel als struik opgekweekt. Jaarlijks na de oogst de takken die trossen hebben gegeven wegsnoeien.
Oogsttijd: juli
3. Jostabes (´Josta´, JOSTABERRY)
Deze kruising van zwarte bes met kruisbes wordt enkel als struik opgekweekt. De struik wordt ca 1.5 m hoog. Best niet of heel beperkt snoeien. De opvallend grote bessen gelijken uiterlijk op zwarte bessen en smaken naar kruisbessen.
Deze soort groeit bijzonder gezond en is geschikt voor alle gronden.
4. Kruisbessen of stekelbessen
Teelt is mogelijk als struik, maar kan beter als spil (miniboompje) gebeuren. Jaarlijks de wildopslag wegsnoeien en de vruchttakken wat terugsnoeien.
Kies meeldauwtolerante rassen uit zodat bespuitingen overbodig worden.
Oogsttijd: begin juli
5. Bramen en taybessen
Teelt enkel als leivorm aan draden of aan palen. Jaarlijks na de oogst de takken die bessen hebben gedragen tegen de grond wegsnoeien. De nieuwe scheuten waaiervormig aanbinden aan draad.
Aanbevolen rassen: ´Chester Thornless´, ´Loch Ness´ en ´Thornless Evergreen´
Oogsttijd: augustus-september
6. Zure kersen of krieken
Zijn gemakkelijk te kweken en vragen weinig snoeiwerk. Af en toe steile rugtwijgen wegsnoeien.
De meeste zure kersen zijn zelfbestuivend.
Aanbevolen rassen: ´Birgitte´, ´Gerema´, ´Karneol´, ´Kelleriis 16´, ´Morina´ en ´Schaarbeekse´
Oogsttijd: juli
7. Abrikozen
Moeten niet gesnoeid worden. Enkel wildopslag wegsnoeien.
Ook zeer mooie en gezonde boom die bloeit in maart. Wisselvallige vruchtenproductie door de vroege bloei en nachtvorstschade. Plant eens een abrikoos in uw siertuin. De opvallende bloemen en bladeren zijn een sierraad voor uw tuin!
Zelfbestuivend, maar het aanplanten van meerdere rassen kan de vruchtzetting verbeteren.
Oogsttijd: augustus
8. Pruimen en kwetspruimen
De bomen worden redelijk groot en hebben wat meer ruimte nodig. Weinig of geen snoeiwerk.Teveel snoeien is nadelig voor de levensduur.
Plant een zelfbestuivend ras zodat één boom voldoende is. Zelfbestuivende pruimenrassen zijn: De verschillende ´Altesse Simple´-types (o.a. ´Elena´, ´Hanita´, ´Top´, ´Jojo´), ´Opal´, ´Mirabel´, ´Victoria´, ´Sanctus Hubertus´ en ´Warwickshire Drooper´.
Plant eens een Japanse pruim in uw siertuin. Een zeer mooie, lang bloeiende en gezonde Japanse pruim is ´June Blood´ (syn. ´Kaapse´). De bloedrode vruchten rijpen rond half juli en smaken verfrissend.
´Altesse Simple´ (Zelfbestuivend, zeer vruchtbaar, rijptijd september)
Oogsttijd: juli-augustus-september (afhankelijk van het ras)
9. Perziken
De bomen worden redelijk groot en hebben voldoende ruimte nodig. Eenvoudig te snoeien tijdens of na de bloei.
Perziken zijn zelfbestuivend. Toch kan het aanplanten van 2 verschillende rassen de vruchtzetting verbeteren.
Kies rassen die tolerant zijn aan de krulziekteschimmel. De groenwitvlezige rassen groeien meestal gezonder dan de geelvlezige rassen.
Groenvlezig zijn o.a. Benedicte, Charles Ingouf, Fertile de Septembre, Kernechter von Vorgebirge (Wassenberger), Peregrine, Reine de Vergers en Revita.
Oogsttijd: juli, augustus en september.
10. Druiven
Zijn bijzonder geschikt om te leiden langs muren en draden. Vragen wat meer snoeiwerk in winter en zomer. Het snoeien zelf vraagt ook wat inzicht. Jaarlijkse wintersnoei in december-januari. Per draagspoor slechts één stevige twijg behouden en deze twijg wordt op 3 ogen of knoppen ingesnoeid.
Kies rassen die tolerant zijn aan echte meeldauw en die geen extra gewasbehandelingen nodig hebben.
Aanbevolen rassen: Boskoops Glory, Muscat Bleu, Phoenix, Rondo en Sirius.
Rijptijd: rond september
11. Appels
Voor een goede bestuiving moeten er twee verschillende gelijkbloeiende appels geplant worden. Probeer rassen te kiezen die tolerant zijn aan de belangrijkste schimmelziekten schurft en meeldauw.
Zelfbestuivende appelrassen: Allington Pippin, Brabant Bellefleur, Benoni, Bloemeezoet, Early Victoria, Groninger Kroon, Idared, Mantet, Sampion (Szampion) en Zoete Kroon. Vermoedelijk zijn de meeste vernoemde zelfbestuivende rassen niet of nauwelijks te vinden in tuincentra.
Aanbevolen zomerrassen: Discovery, James Grieve, Alkmene en Lena.
Rijptijd van deze zomerrassen: juli-augustus
Jaarlijks in de winter het vruchthout wat uitdunnen en inkorten. Lichtverstorende en zieke takken wegsnoeien.
12. Walnoten of okkernoten
Deze zijn enkel geschikt voor middelgrote en grote tuinen!
Snoeien is meestal overbodig.
Zelfbestuivende en gezond groeiende rassen zijn ´Buccaneer´, ´Broadview´, ´Hansen´, No 16 en ´Rita´.
De zwakste groei en de meeste noten geven ´Hansen´ en ´Rita´.
Rijptijd: september-oktober.