Geurende planten geven een extra dimensie. Dat betekent niet alleen genieten met de ogen open, maar ook met de ogen dicht. Lavendel is hét voorbeeld van een geurplant. Wrijf even een paar blaadjes fijn tussen de vingers en de typische lavendelgeur komt vrij.
Het kleine heestertje heeft langwerpige grijsgroene blaadjes en draagt van juni tot september mooie paarsblauwe bloemaren.
Wie aan lavendel denkt, krijgt al gauw een visioen van geurige Franse lavendelvelden, lavendelzeep of gedroogde lavendelbloemetjes, die in stoffen zakjes tussen de kleding worden gelegd. En terecht. Lavendel werd al bij de Romeinen gebruikt om hun badwater te parfumeren. De plant is zelfs naar die toepassing genoemd, want ‘lavare’ betekent wassen.
De geurige lavendelolie zit in de bloemetjes, die daarom in de knop geoogst worden.
Op het terras
Creëer op een strategische plek op het balkon of terras een eigen ‘lavendelveldje’ om dagelijks te kunnen genieten.
Zet de lavendel in een mooie, grote pot. Lavendel houdt van een zonnige standplaats en niet van natte voeten. En als er met die wensen rekening wordt gehouden, zijn veel lavendelsoorten goed winterhard.
Houd het lavendelstruikje mooi compact door op tijd te snoeien. In het najaar mogen hooguit de dooie bloemen eruit geknipt worden. Niet meer, want dan wordt de plant toch kwetsbaar voor vorst. In het voorjaar (april-mei) is het tijd voor een échte snoeibeurt. U mag de scheuten inkorten tot zo’n 15 centimeter boven de grond.
Lavendelblauw
De meeste lavendels bloeien blauw. Daarin zit aardig wat variatie van lichtblauw tot heel diep donkerblauw. Dit maakt de plant prachtig te combineren met andere planten, bijvoorbeeld roze struikroosjes in pot.
Maar voor wie eens iets anders wil: er zijn ook roze- en witbloeiende lavendelsoorten te koop.
Als extraatje: Lavendel is een drachtplant voor bijen en trekt vlinders aan.
Bron: Plant Publicity Holland – www.pph.nl