Groente en Fruit

De doelstelling van dit artikel is het kweken van gezonde sterke gewassen, met een maximale opbrengst, tegen een zo laagmogelijke kost. Diverse middelen staan ons ter beschikking om dit doel te bereiken:

Middelen

Organische meststoffen zoals stalmest, compost en zuiveringsslib

Organische mest werkt structuurverbeterend, bevordert het bacterieleven in de grond, bevat naast de hoofdvoedingselementen, vrijwel alle nodige sporenelementen.

Nadelen zijn: moeilijk verkrijgbaar, zeer grote verschillen in samenstelling, moeilijk verwerkbaar, veel onkruidzaden, bevatten soms ongewenste zouten en niet voor alle gewassen geschikt.

Gedroogde mest, bloedmeel, beenderenmeel e.d. zijn ook organische meststoffen, maar deze missen de structuurverbeterende werking.

Tot de anorganische meststoffen behoren de z.g. kunstmesten: zij hebben als voordelen dat ze volop verkrijgbaar zijn in alle mogelijke samenstellingen, relatief goedkoop, gemakkelijk verwerkbaar en toepasbaar als bijmest tijdens de teelt. De nadelen zijn: geen structuurverbeterende werking, missen vaak de sporenelementen, bevatten vaak schadelijke ballastzouten zoals chloor.

De voedingselementen

Stikstof, aangeduid met N (Nitrogenium) komt vooral veel voor in verse stalmest.

De bekendste in kunstmestvorm zijn:

– Kalkamonsalpeter 20½ % Nitraten, vrij lang werkend

– Kalksalpeter 16 ½ % N, kort maar snelwerkend

– Chilisalpeter 15½% N.+ enig Borium, snelwerkend

– Zwavelzure ammoniak, Ureum en kalkstikstof voor zeer speciale doeleinden.

Fosfaat, aangeduid met P (Phosforus) is verkrijgbaar als Superphosfaat, 20% P. en als Thomasslakkenmeel 18%. P. werkt zuurgraadverhogend en bevat enig Magnesium.

Kali, aangeduid met K (kalium). De bekendste is Patentkali 26% K.+ 28% Magnesiumsulfaat. Kalizouten zijn sterk chloorhoudend, dus voor de meeste tuinbouwgewassen niet te gebruiken.

Kalk, aangeduid met Ca (Calcium) heeft een bijzondere functie. Van het aanwezige Calcium heeft de plant maar zeer weinig nodig, de hoofdfunctie is het verhogen van de zuurgraad (PH) van de grond. De zuurgraad is zeer bepalend voor de groei, het regelt de opname van andere voedingsstoffen, als de zuurgraad niet in orde is, hebben andere bemestingen weinig of geen effect! De gewenste zuurgraad is sterk gewasafhankelijk, voor volkstuinen is een PH van 6 voor de meeste gewassen aanvaardbaar, alleen voor spinazie is nog iets hoger gewenst. De neutrale PH van 7 mag niet overschreden worden!.

Sporenelementen bestaan uit zeer kleine hoeveelheden van IJzer, Koper, Zink, Lood, Mangaan, Magnesium, Zwavel, Borium enz. Tekorten van deze stoffen veroorzaken vaak miskleur en vervormingen van plantendelen, vooral de bladeren. Bij het regelmatig gebruik van organische mest komt een gebrek aan deze elementen weinig voor, ook bevatten sommige kunstmestsoorten sporenelementen.

Samengestelde meststoffen bevatten een aantal elementen in een bepaalde verhouding, een van de bekendste is 12-10-18 : de cijfers staan altijd in de volgorde N=Stikstofpercentage, P=Phosfaat percentage, K=Kalipercentage, soms is ook nog Magnesium toegevoegd aangeduid met Mg. Let er bij aankoop op dat U de chloorarme samenstelling krijgt!

Toepassingen

Stikstof (N) is belangrijk voor de bladgroenvorming, dus vooral voor bladgewassen als spinazie, kool, prei, e.d.
Phosfaat (P) is vooral nodig voor zaadgewassen zoals bonen, peulen e.d.
Kali (K) voor wortelgewassen zoals peen, witlof, schorseneren enz.

Advisering

Een goed bemestingsadvies is alleen te geven op basis van chemisch grondonderzoek, dit wordt in Nederland gedaan door de Bedrijfslaboratoria in Oosterbeek en Naaldwijk, in iedere regio zijn monsternemers aanwezig. De kosten bedragen anno 2007 ongeveer € 45.-. Deze worden meestal snel terugverdiend, het voorkomt verkeerdelijk en onnodig bemesten en de opbrengsten zijn beter. Een keer monsteren in de drie jaar is voldoende. Onderzoek op de zuurgraad (PH) kan U vaak wel laten doen bij een modern glastuinbouwbedrijf, de kosten zijn beperkt.

Bron Ubels Jan 2007 – – bewerking Rudi Van Overloop 2008