IJssla of ijsbergsla (Lactuca sativa var. capitata) is een wat verwaarloosde groente, rijk aan vitamine A en C, die meer belangstelling verdient en die via de Amerikanen nu ook meer belangstelling krijgt in Duitsland, waar men dit slaras ook ´Krachsalat´ noemt, vanwege het knappend geluid dat deze sla laat horen bij de minste aanraking. De ijsbergsla vormt grote vaste kroppen, waarvan de hartbladeren smakelijk knapperig zijn, met iets van een notesmaak. In tegenstelling met wat de naam laat vermoeden, is ijsbergsla hoegenaamd niet winterhard: als de krop in folie gewikkeld is, laat zij zich echter wel tot twee weken lang goed bewaren in de ijskast.
De ijsbergsla groeit het best bij warm en droog weer. In de open lucht wordt slechts gezaaid vanaf begin april tot zowat half juni: voor een goede opvolging zaait men om de drie weken. Gezien de zwaarte van het gewas wordt geplant of uitgedund op 40 x 40 cm en wordt voor een rijke organische basisbemesting gezorgd, die bij de aanvang van de kropvorming aangevuld wordt met een handvol samengestelde meststof per vierkante meter.
Vervroegen of verlaten gebeurt onder glas, plastic tunnel of groeifolie, net als voor de lente- en herfst slarassen. In de herfst gaat de ijsbergsla onder folie of koud glas wel eens gemakkelijk rotten.
Voor herfstteelt moet men eigenlijk wat kunnen verwarmen. Doe dus eerst wat ondervinding op met de ijsbergsla alvorens hem in het najaar te gaan telen.
Onder koud glas, in serre of huiskamer, kan men zaaien vanaf begin maart, als men er maar voor zorgt, dat de minimum bodemtemperatuur tussen 10 en 15 ° C blijft.
Vanaf begin april kan onder koud glas of plastic folie geplant worden. Plant nooit korter dan op 40 x 35 cm. In tegenstelling met de andere slarassen, waarbij vanaf begin april het glas of de plastic tunnels weggenomen worden, blijft bij ijsbergsla de bedekking gehandhaafd tot eind mei – begin juni. In tunnels en onder ramen moet echter regelmatig gelucht worden.
Onder groeifolie daarentegen hoeft men zich om het luchten niet te bekommeren.
Van ijsbergsla wordt enkel de gebleekte vaste krop gebruikt. De hardere en groene buitenbladeren worden in de keuken niet gebruikt. Het knappende binnenblad en de krop, die zo vast is dat hij aan een witte kool doet denken, hebben een milde, nootachtige smaak. De ijsbergsla kan gewoon in stukken gesneden (4 tot 8 stukken per krop) en besprenkeld met eender welke slasaus opgediend worden.
Wanneer men het binnenblad en de krop echter volledig snippert, leent de ijsbergsla zich wonderwel tot allerlei slafantasieën. Eén krop ijsbergsla haalt gemakkelijk een gewicht van 600 tot 800 gram.
De ijsbergsla schiet niet zo vlug op: een ideale en productieve zomersla dus voor onze liefhebbers. Snij er gerust een stuk af voor verbruik, wikkel de rest van de krop in een folie en leg hem in de ijskast voor later verbruik.
Zie ook /plantengids/groenten/29990.htm