De meeste groentezaden kunnen deze maanden gezaaid worden en veel zaden zullen al reeds gezaaid zijn. Op de zaaitijden wil ik hier niet ingaan daar er een ruime hoeveelheid kleurige zaaikalenders te verkrijgen zijn zoals de Tuinkrant Tuinkalender, maar de optimum temperaturen om te zaaien worden minder vaak genoemd. De meeste zaden kiemen bij uiteenlopende temperaturen met een piek tussen 25° C en 30° C. Veelal is er een optimum temperatuur te vinden om te ontkiemen. Enkele zaden zijn zelfs vrij kritisch zoals Linaria die niet ontkiemd bij temperaturen boven 16 °C. Veel planten kiemen het best bij temperaturen die 10° C hoger liggen dan de groeitemperatuur.
De meeste gewassen die u in de moestuin kunt telen zijn uit zaad op te kweken. Uiteraard zorgt u voor zaaigoed van goede kwaliteit. Slecht zaad kiemt trager en levert zwakke planten die gevoelig zijn voor ziekten.
Koop nooit meer zaad dan u jn een jaar denkt nodig te hebben. Mocht u van een aantal gewassen toch zaad overhouden, bewaar dat dan op een droge, koele plaats. Zaad dat op een verkeerde wijze wordt bewaard gaat sterk in kwaliteit achteruit.
Uienzaad en preizaad verliezen heel snel hun kiemkracht en zullen na bewaring vrijwel niet meer kiemen. Het zaad van bijna alle andere gewassen kunt u wel een jaar bewaren.
U kunt op verschillende manieren zaaien. Gewassen met een talige opkweekperiode (dat is de tijd van zaaien tot planten) kunt u het best op een zaaibed of in kistjes zaaien. Het zaaibedje wordt aangelegd op een zonnig plaatsje in de tuin of in de platte bak. Voor het zaaien wordt de grond goed gelijk gemaakt. Zaai vooral niet te dicht, want dan worden de planten langgerekt en niet stevig genoeg en daardoor erg vatbaar voor ziekten. Om te dicht zaaien te voorkomen, kunt u fijn zaad voor het zaaien vermengen met vochtig zand. Als de plantjes tijdens de opkweek toch te dicht bij elkaar blijken te staan, kunt u ze verspenen: u haalt ze voorzichtig uit de grond en plant ze opnieuw, maar met meer onderlinge tussenruimten.
In plaats van ze te verspenen kunt u de plantjes ook oppotten. Elk plantje komt dan in een apart potje te staan. Het voordeel daarvan is, dat de wortels tijdens het uitplanten niet zo makkelijk worden beschadigd. U kunt de plantjes namelijk voorzichtig uit de potjes tikken. Zorg er wel voor, dat de potjes niet uitdrogen.
Door verspenen of oppotten groeien de plantjes stevig op en kan het wortelstelsel zich beter ontwikkelen. Als de plantjes groot genoeg zijn, worden ze uitgeplant op de plaats van bestemming. Gewassen die op een zaaibed of in kistjes worden gezaaid, hebben in de tuin gedurende een kortere periode een ‘groot’ oppervlak nodig, zodat de grond intensiever kan worden gebruikt. Gewassen die in kistjes of op een zaaibed kunnen worden gezaaid zijn: augurk, erwten en peulen, tuinbonen, andijvie, sla, kool, prei en selderij.
Snelgroeiende gewassen en wortelgewassen kunt u het best ter plaatse zaaien. Wortelgewassen als pastinaak, schorseneren, biet, peen, radijs en witlof kunnen beter niet worden verplant, omdat de wortels gemakkelijk, worden beschadigd en daardoor misvormd. Blijken ter plaatse gezaaide gewassen na opkomst te dicht op elkaar te staan, dan moet u ze uitdunnen. U haalt de kleinste plantjes weg, zodat voor de grotere meer ruimte beschikbaar komt. Meestal worden snelgroeiende gewassen als postelein, raapstelen en spinazie niet gedund. In kistjes op het zaaibed en ter plaatse kunt u op twee manieren zaaien: breedwerpig en op rijen.
Breedwerpig zaaien wil zeggen, dat het zaad over de grond wordt uitgestrooid en vervolgens wordt ingeharkt. Daarbij is het belangrijk, dat het zaad gelijkmatig over het oppervlak wordt verdeeld. Een bezwaar is, dat een gedeelte van het zaad aan de oppervlakte blijft liggen en zaadetende vogels aantrekt. Met name de snelgroeiende gewassen kunnen breedwerpig worden gezaaid. Bij het zaaien op rijen trekt u voor het zaaien geultjes, die na het zaaien weer worden dichtgemaakt. Daardoor wordt vogelschade beperkt. Bovendien is het bij het zaaien op rijen gemakkelijker om eventueel onkruid te verwijderen. Wat niet in de rij staat is onkruid en wordt gewied. Vooral om die reden is het verstandig zoveel mogelijk gewassen op rijen te zaaien.
Soort | Temperatuur (van/tot) |
Ideale kiem temperatuur |
Asparagus | 10-35 | 25 |
Bonen | 16-35 | 30 |
Soya Boon | 12-37 | 31 |
Biet | 5-37 | 30 |
Broccoli | 7-30 | 25 |
Spruiten | 10-35 | 28 |
Kool | 10-35 | 30 |
Peen | 5-37 | 25 |
Bloemkool | 10-34 | 30 |
Selderij | 21-24 | 22 |
Mais | 12-35 | 30 |
Komkommer | 17-35 | 30 |
Eierplant | 15-35 | 35 |
Prei | 7-34 | 25 |
Sla | 5-29 | 24 |
Meloen | 20-38 | 33 |
Ui | 7-35 | 27 |
Peterselie | 18-25 | 21 |
Erwten | 5-30 | 25 |
Peper | 20-35 | 30 |
Radijs | 5-31 | 23 |
Tomaat | 15-34 | 30 |
Bedenk dat dit geen wet is om zaden te laten kiemen, bij een te lage temperatuur kiemen ze vaak ook zij het soms onregelmatiger. Veel zaden kunnen in kweekbakjes worden voorgezaaid om het seizoen te verlengen.
Let bij het zaaien vooral op de volgende punten
Zaai nooit te diep, want dan komt het kiempje niet boven de grond en wordt er geen plantje gevormd. Over het algemeen is een zaaidiepte van 1,5 cm voldoende. Alleen in de zomer kunt u iets dieper zaaien om uitdroging van het zaad te voorkomen. Druk na het zaaien de grond goed aan, zodat het zaad in aanraking komt met de aarde. Eventueel kunt u na zaaien de grond heel voorzichtig vochtig maken. Gebruik daarvoor nooit een harde waterstraal, want dan spoelt het zaad weg.
Zaden die traag opkomen kunt u voorweken en voorkiemen. Voorweken wil zeggen, dat u de zaden in water legt dat op kamertemperatuur is. De zaden nemen water op en kiemen daardoor sneller. Het nadeel van voorweken is, dat de zaden gevoeliger worden voor ongunstige omstandigheden die eventueel vlak na het zaaien optreden. Om de opkomst na het zaaien te bespoedigen, kunt u de zaden ook voorkiemen. Daartoe mengt u het zaad met vochtig zand en houdt het mengsel enige tijd op kamertemperatuur. Als de witte kiempjes zichtbaar worden, kan er worden gezaaid. Laat de kiempjes niet te lang worden, want dan kunnen ze tijdens het zaaien gemakkelijk afbreken, waardoor het vormen van een plantje onmogelijk wordt.
Dit jaar heb ik thee (Camellia chinensis) gezaaid en deze zaden even geweekt in water van ruim 50° C en hierna gezaaid op bodemwarmte in februari. De opkomst was prima vergeleken met vorige jaren. Toen hebben ze geen warmtebehandeling gehad en kwamen de zaden gedurende de gehele zomer één voor één tevoorschijn. Hierbij wel de waarschuwing willekeurige zaden niet in heet water te dompelen als dit niet wordt geadviseerd.
Onderstaande lijst bevat de temperatuur range voor kieming van een aantal groenten en als een derde temperatuur als optimumtemperatuur.