Het enten van tomaten heeft het afgelopen decennia zijn definitieve intrede in de praktijk gedaan. Vele honderdduizenden geënte planten zijn onder zeer verschillende omstandigheden geteeld en over het geheel genomen zijn de resultaten goed. Als entmethode wordt algemeen het kopenten toegepast. Een van de grootste problemen die zich in den beginne hebben voorgedaan is het zeer ernstig optreden van een virusaantasting kort na het uitplanten. Dit is begrijpelijk, daar enten ook een manier is om virussen over te brengen.
Door de grote groeikracht van de onderstam groeien de planten vrij gemakkelijk door de virusaantasting heen, maar enige groeiremming en dus oogstverlating treedt altijd wel op. Het is daarom van belang ernstige virusaantasting zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan door de volgende maatregelen worden bereikt:
* voor het enten moeten alle planten met virussymptomen geselecteerd en verwijderd worden zowel van het ent als van het onderstammenmateriaal.
* er moet gezorgd worden voor een stevige onderstam om te enten. Bij een minder goede plant zal de vergroeiing langzamer verlopen, dus meer groeiremming optreden, met als gevolg een ernstiger virusaantasting.
* de geënte planten moeten na het uitplanten een minstens even goede verzorging hebben als ongeënte planten. Er wordt nogal eens gedacht dat door de sterke groei van de onderstam de planten minder water nodig hebben. Kort na het uitplanten is dit echter zeker niet het geval.
Ondanks deze maatregelen zullen er nog wel virussen kunnen voorkomen, maar de planten ondervinden hiervan later geen hinder meer.
De belangrijkste redenen waarom geënte tomaten worden gebruikt is de resistentie van de onderstammen tegen bodemziekten, extra weerstand tegen Verticillium (bodemschimmel) en pepinomozaïekvirus. De tomaten gaan sterker de zomer door, zodat de planten beter door een eventuele aantasting heengroeien.
Bij de eerste toepassingen van kurkwortelresistente onderstammen bleek deze onderstam wel bijzonder gevoelig te zijn voor aantasting van het wortelknobbelaaltje. In enkele gevallen was hierdoor de productie van de geënte tomaten zelfs lager dan van de ongeënte. Het is dan ook begrijpelijk dat er verder gezocht is naar een onderstam die zowel resistent is tegen kurkwortel als tegen wortelknobbelaaltjes. Dit bleek eenvoudiger te zijn dan aanvankelijk verwacht werd, nl. door Lycopersicum hirsutum glabratum, die resistent is tegen kurkwortel, te kruisen met een tomatenras dat resistent is tegen wortelknobbelaaltjes. Daar beide resistentiefactoren dominant zijn, is de aldus een F1 hybride verkregen resistent tegen beide bodemziekten. De resultaten die met deze onderstam bereikt werden, zijn gunstig. Er blijkt nog wel een zeker percentage aangetaste planten voor te komen tengevolge van het niet geheel zuiver zijn van het moederras. Door selectie is dit ras echter gemakkelijk volledig resistent tegen wortelknobbelaaltjes gemaakt kunnen worden. Verder is gebleken dat de onderstam ook resistent is tegen kanker (Dydimella lycopersici). Deze resistentie eigenschap is ook afkomstig van het vaderras Lycopersicum hirsutum glabratum.
Bij toepassing van de afzuigenting deden zich, in verband met het optreden van kanker, nieuwe problemen voor. Worden beide wortelstelsels aangehouden, dan kan de schimmel via het eigen wortelstelsel van de tomaat toch binnendringen en de plant tot afsterven brengen. De onderstammen worden vermeerderd door zaaien. M.a.w. als hobbykweker kan je zelf je onderstammen zaaien en daarop het gezaaide tomatenras enten. Het zaad van onderstammen kiemt meestal wat trager. De onderstammen worden 10 tot 14 dagen vroeger gezaaid dan het tomatenras. Bedoeling is dat de onderstam wat voorsprong heeft op het te enten ras en goed ontwikkeld is.
Welke onderstam moet je zaaien? Er zal tal van onderstammen beschikbaar. Vooral de Amerikaanse onderstammen hebben een goede faam. We kunnen ons best baseren op de keuze van de kweker:
- De beste keuze is Maxifort welke resistent is tegen Tm, V, Fusarium 1 en 2, Fusariumvoetrot, Verticillium, kurkwortel en knol. Vooral het hoge resistentieniveau tegen kurkwortel is van belang voor een hogere productie, een gemiddeld zwaardere vrucht en een betere kwaliteit al is deze onderstam wat botrytis gevoelig bij de opkweek. In praktijkproeven is vastgesteld dat Maxifort over 20% meer groeikracht beschikt dan Beaufort. Het probleem voor de hobbytuinier is om aan dit zaad te kunnen geraken.
- El Dorado (Enza Zaden) geeft een hogere en vroege productie maar is niet resistent tegen kurkwortel. In de loop van de zomer ontstaat echter een achterstand ten opzichte van Maxifort. Eldorado is afgelopen seizoen als onderstam met succes gebruikt in de teelt van cherrytomaten, cocktailtomaten, ronde en tussentype tomaten en trostomaten in het middensegment.
- Nieuwer is 61-063 RZ, ook wel Big Power genoemd. Deze zit in groeikracht en uithoudingsvermogen tegen de Maxifort aan, maar volgens de zaadfirma Rijk Zwaan qua generativiteit tussen Maxifort en El Dorado.
- Beaufort, resistent tegen TMV, Fusarium 1 en 2, Fusariumvoetrot, Verticilium, Kurkwortel en Knol (De Ruiter Seeds) is het minst geschikt omwille van zijn zwakkere groeikracht.
Wanneer je gaat enten let je erop hoog genoeg te enten zodat de ent niet in contact kan komen met de bodem. Bij tomaat past men de kopenting toe, ook wel afzuigenting of Japanse enting genoemd. Hierbij worden onderstam en cultuurplant gewoon vlak afgesneden, op elkaar geplaatst en via een rubber ringetje bij elkaar gehouden. Om zo min mogelijk problemen te verwachten is het wel belangrijk om in deze gevallen voor de sterkste onderstammen te kiezen. Zorg dat de enten altijd recht op elkaar zitten en dat beide delen ongeveer gelijkmatig dik zijn.