De kracht en de pracht van de natuur wordt pas duidelijk wanneer u een natuurlijke haag aanlegt. Of het nu op het platteland, of midden in de stad is, de natuur neemt snel bezit van een dergelijk rustpunt. Een rijk dierenleven en allerlei planten verschijnen uit het niets en maken uw tuin tot een groene oase. Een goede basis voor zo´n haag is de Plant van de Maand november, Carpinus betulus, oftewel de haagbeuk.
Een mooie natuurlijke haag bestaat niet alleen uit één of twee soorten struiken. Hoe gevarieerder de plantenkeuze, hoe mooier en kleurrijker het eindresultaat. Heel geschikt als basis is bijvoorbeeld de haagbeuk, Carpinus betulus. Hoewel deze het meest wordt toegepast in strakke hagen, is het eigenlijk een boomvorm. Met zijn dichte, donkergroene bebladering is de haagbeuk een aangename tussenstop voor veel vogels. Laat in de herfst, na het afvallen van de inmiddels geel gekleurde bladeren, verschijnt de takkenstructuur. Vooral bij oudere exemplaren is deze erg mooi. De beste planttijd voor de haagbeuk is in het voorjaar, net voordat de knoppen open gaan.
De opbouw van een natuurlijke haag
Er zijn genoeg soorten die een welgekomen aanvulling zijn in de natuurlijke haag. Zo is de zwarte els (Alnus glutinosa) een meester op het gebied van windkering.
Een struik die graag een beetje in de beschutting van de els staat, is de Gelderse roos (Viburnum opulus). Deze struik bloeit in mei-juni met volle, roomwitte bloemtrossen. In het najaar, tot diep in de winter, hangt de struik vol met rode bessen. Mits de vogels ze nog niet hebben ontdekt.
De es (Fraxinus), de vlier (Sambucus) , de meidoorn (Crataegus), de sleedoorn (Prunus spinosa) en de Europese eik (Quercus robur) zijn forse struiken tot bomen, die heel geschikt zijn voor een brede haag. Vooraan, in het lage gedeelte, zijn wilde planten uitstekend op hun plaats. Denk hierbij aan het lelietje der dalen (Convallaria), vingerhoedskruid (Digitalis), teunisbloem (Oenothera), longkruid (Pulmonaria), maagdenpalm (Vinca) en diverse varens.
Weinig onderhoud
Een hoog hek, een kale schutting en een smal opgeschoren haag zijn tegenwoordig de meest gebruikte afscheidingen. En dat terwijl er geen betere tuinafscheiding is dan een natuurlijke haag. Deze breekt de wind, beschermt beter tegen vorst en is een betere schuilplaats voor allerlei dieren. Je moet er alleen wel de ruimte voor hebben.
Voor onderhoud hoeft u weinig tijd in uw natuurlijke haag te steken. Het liefst zelfs zo min mogelijk. Het bemesten is bijvoorbeeld niet nodig. Vooral de wilde planten bloeien rijker als ze op een relatief arme grond groeien. Eigenlijk moet er alleen maar af en toe flink gesnoeid worden, om de haag wat in toom te houden. De afgeknipte takken kunnen al of niet versnipperd weer tussen de struiken verspreid worden. Dit is goed voor een losse grond en dieren kunnen zich in het materiaal verschuilen. Een goede richtlijn is, om elk jaar een derde van alle takken 10 tot 20 cm boven de grond af te knippen.
De rest van het jaar heeft u dan de tijd om van de natuurlijk omlijsting van uw tuin te genieten.
Bron: Geert Devriese – November 2000. Plant Publicity Holland – www.pph.nl
Bewerking Rudi Van Overloop 2008.
