Aardpeerknollen, die lijken op aardappels zijn van groot belang voor suikerpatiënten. De knollen bevatten zeer weinig glucose (suikers) en zijn zodoende als groente bijzonder geschikt. De planten slaan ´inuline´ op in hun knollen. Deze stof is een uit fructose opgebouwd suiker. De knollen zijn zéér voedzaam: ze bevatten vele eiwitten, nl. 1.7%
Zoals je wellicht weet is de aardpeer verwant aan onze zonnebloem, het zijn dus forse planten, tot 2 m hoog. De bladeren zijn wel kleiner en spitser en voelen grof aan. Ze werden omstreeks het begin van de 17de eeuw hier ingevoerd en kenden toen een groot succes in onze tuinen van kastelen en kloosters. Door de latere komst van de aardappel is de aardpeer eigenlijk verdrongen. Tegenwoordig wordt de aardpeer vooral nog verbouwd door biologische tuiniers.
Elders wordt de aardpeer wel nog op grote schaal geteelt
– in Nieuw-Zeeland als groente
– in Zuid- en Oost-Europa als veevoeder
– in de Franse streek Dordogne
Zowel de bladeren als de knollen worden door het vee gegeten.
Teelt
Nieuwe knollen worden in het voorjaar (maart-april) uitgeplant op afstanden van 35 bij 70-100 cm en op zo´n 10 cm diep. Je kan ze ook planten op een dubbele rij van 50 bij 40 cm, die je dan als een soort windbeschutting gebruikt. De planten komen dan na zo´n 2 tot 4 weken boven. Indien je ze op 1-2 rijen plant kan je best de planten steunen tegen omwaaien!
Wanneer je ze op deze afstand uitplant hoef je enkel in de beginperiode wat onkruid te wieden, het zaakje groeit mooi dicht. Aanarden is bevorderlijk om grotere knollen te bekomen.
In tegenstelling tot onze aardappel doet de aardpeer het ook goed op arme gronden. Een ´lichte´ organische bemesting verhoogt wel je opbrengst. In de zomer kan je met een extra gietbeurt een groeistilstand vermijden. Deze plant stelt verder geen bijzondere eisen, als de standplaats maar niet te nat is. Gronden met een hoge grondwaterstand zijn niet geschikt: de knollen gaan dan rotten.
Hou wel voldoende ruimte vrij voor deze sterke groeiers, ze breiden sterk uit door de vorming van hun uitlopers.
Hou er dus rekening mee dat je aardperen moeilijk weg krijgt op plaatsen waar ze gestaan hebben, of maakt dit het nu juist interessant 🙂
Tijdens het groeiseizoen (meestal nà half september en bij voldoende zon) kunnen ze eventueel met gele, stervormige bloemen van 4 tot 8 cm groot, bloeien, maar meestal doen ze dat niet.
Oogsten
Naar het eind van het groeiseizoen heeft de aardpeer vergrote knollen gevormd die oogstbaar zijn na de eerste vorst (november). Oogsten doe je best niet vooraf, geoogste knollen zijn niet lang bewaarbaar. Ze hebben de neiging snel uit te drogen waardoor hun smaak erg achteruit gaat. Oogsten kan de hele winter door, ze vervriezen zelfs niet bij -30 graden. Begin echter niet té vroeg met oogsten. Hoe vroeger je oogst, hoe kleiner en hoe minder zoet ze zijn.
De vorm van de knollen is niet vergelijkbaar met onze aardappel, ze zijn eerder grillig en onregelmatig. Dit maakt het schillen wat moeilijk. Het is gemakkelijker om de knollen eerst af te borstelen ze daarna ´in de schil´ te koken. Hoe groter de knollen zijn, hoe gemakkelijker ze natuurlijk ook te verwerken zijn. De opbrengst varieert van 3 tot 5 kg per m2.
Wil je ook tijdens een vorstperiode kunnen oogsten, denk er dan aan om boven de knollen strooisel of zelfs plastiek aan te brengen.
Drankje
Aardperen zijn ook toe te passen in frisdrank en in ijsroombereiding. Men maakt er ook aardpeerchips, aardpeerwijn of sterke drank van zoals in Zuid-Duitsland en Oostenrijk waar het ´hete´ drankje ´Gesundsheitsschnaps´ genoemd wordt.
Vermeerderen
Eénmaal je over plantenmateriaal beschikt is het gemakkelijk om ze verder door knollen te vermeerderen. Heb je te weinig knollen ter beschikking dan kan je elke knol in stukken snijden. Let er op dat elk stuk minimaal over 3 ogen beschikt. In de praktijk rooi je meestal de grote knollen en laat je de kleine gewoonweg zitten. Ben je op opbrengst uit of grote knollen, dan kan je beter de mooiste knollen verzamelen, zoals bij aardappelen. Bewaar ze enkele weken in vochtig zand of plant ze direct terug uit.
Soorten
De gewone aardpeer heeft wit vruchtvlees. Nu zijn er ook nog andere rassen beschikbaar met wit, rood en geel vlees.
Enkele van deze rassen zijn:
– Bianka: witte, onregelmatige knol, hoogte 1.5m, oogstbaar sept-okt.
– French Improve
– Fuseau: dit is een oud éénjarig ras, normaal niet in de handel verkrijgbaar, met langwerpige, gladde knollen met geel-rose vruchtvlees.
– Rozo: witte, ronde, gladde knol. Groeit 3 m hoog !!
– Suttons White
– Topianka
– Verbeterde witte
– Waldspindel: paarse, langwerpige en gladde knol, tot 3.5 m hoog.
– Yellow Perfect: witte, iets onregelmatige knol, 3 m hoog.
Firma´s waar je aardperen kunt kopen zijn o.a. Bakker en het Vlaams Zaadhuis.
Ziekten
Aardpeer is een gezond groeiend gewas. Je kan hoogstens wat last hebben van muizen die ook wel een knolletje lusten.