Er is een groot verschil in gevoeligheid voor ziekten en plagen tussen de verschillende fruitsoorten en -rassen. Een fruitgewas dat normaal groeit is meestal minder vatbaar voor plagen en ziekten. Ruim planten, matig bemesten en regelmatig snoeien maakt de planten minder vatbaar.
De meest voorkomende plagen zijn:
- bladluizen en rupsen
- taxuskever
- echte meeldauw
- bloesemmonilia
- bacterie en perenvuur
Bladluizen
Diverse soorten bladluizen komen voor. Ze zuigen sap uit bladeren en scheuten en veroorzaken het krullen van de bladeren. Plakkerige bladeren t.g.v. honingdauw volgen op een aantasting. Op stikstofrijke gronden is er meer schade van bladluizen dan op arme gronden. Oorwormen kunnen heel veel bladluizen opruimen. Om de oorwormenpopulatie te vergroten kan je vanaf mei allerlei schuilplaatsen aanbrengen in bomen en struiken. Zwarte en onderaan geperforeerde plastic zakjes gevuld met stro of houtsnippers zijn zeer geschikt als nestplaats voor oorwormen. Ook horizontaal hangende bosjes riet- en bamboestengels van ca 25 cm lang geven een goede schuilplaats aan oorwormen, gaasvliegen en lieveheersbeestjes.
Rupsen op kruisbessen
De rupsen van de kruisbessenbladwesp (Nematus, Scopolii ribesii) zijn ongeveer 2,5 cm lang en lichtgroen met zwarte vlekjes. Ze kunnen op vanaf mei op korte tijd alle bladeren van kruisbessen opeten. De verschillende bladetende rupsen kunnen biologisch bestreden worden met het bacteriepreparaat Bacillus thuringiensis aizawai. Sterk geurende planten in de nabijheid kunnen een aantasting sterk verminderen.
Lapsnuitkever, taxuskever
De volwassen kever en larve van de Otiorrhynchus sulcatus is vooral schadelijk op druiven, blauwe bosbessen en aardbeien. De roomkleurige larven vreten ondergronds aan de wortels. De kevers vreten ´s nachts aan de bladeren. Signaalplanten zijn o.a. Primula en struikbonen. In de handel kan je parasiterende aaltjes Heterorhabditis megidis en Steinernema carpocapsae kopen.
Echte meeldauw of witziekte
De schimmel Podospaera leucotricha komt voor bij appel, peer en kwee. De schimmel overwintert op de jonge twijgen. Bladeren en jonge scheuten zijn misvormd en wit bepoederd. Op de vruchten kan een netvormige verruwing voorkomen. De grootste infectie vind plaats in mei en juni, bij groeizaam en droog weer.
Zieke twijgtoppen kunnen in de winter weggesnoeid worden. Tijdens het groeiseizoen (april, mei, juni) kan je regelmatig de aangetaste kruidachtige delen wegnemen en vernietigen. Aangetaste scheuten kan je herkennen aan de wit bepoederde jongste bladeren.
Sommige appelrassen zoals Jonathan, Summerred en Idared zijn erg vatbaar.
Preventieve gewasbeschermingsmiddelen zijn spuitzwavel en kalkzwavel.
Bloesemmonilia of bloesemsterfte bij zure kersen
Monilia laxa veroorzaakt verwelkte bloesems, bladeren en jonge scheuten die nadien verdrogen.
Verwijder en vernietig regelmatig de aangetaste twijgen tot in het gezonde hout.
Ook zoete kersen, sierkersen, perzik, amandel en abrikoos kunnen aangetast worden. Jaarlijks gesnoeide bomen worden minder aangetast dan ongesnoeide bomen.
Bestrijding bloesemmonilia
– Spuiten met een fungicide (schimmeldodend middel) tijdens de bloeiperiode van de zure kersen.
– Uitbreiding van deze schimmel is te voorkomen door regelmatig (wekelijks) zieke twijgen weg te knippen en te verbranden of mee te geven met de groencontainer. Knip steeds 15-20 cm gezond hout mee weg!
– Luchtig gesnoeide kriekelaars zijn minder vatbaar dan ingesloten, dichtgroeiende bomen/struiken.
Monilia laxa en rassengevoeligheid
Bijzonder gevoelig/ vatbaar is het ras ´Morel´ (= ´Noordkrieken´).
Bij voorkeur Monilia tolerante (Monilia resistente) rassen aanplanten. Een monilia-tolerant zure kersenras is o.a. ´Gerema´ (´Safir´, ´Vowi´, ´Elmer´, ´Gorsemkriek´ en ´Kelleriis´ zijn mogelijk ook minder gevoelig voor Monilia). Monilia tolerante rassen zijn waarschijnlijk moeilijk te vinden in tuincentra/ boomkwekerijen.
Cyclus, verloop van Monilia laxa
Klik op plaatje voor vergrote weergave
Bacterievuur of perenvuur
Ziekteverschijnselen bij perenvuur
Deze bacterie (Erwinia amylovora) kan verschillende pitvruchtsoorten aantasten. Zeer vatbaar zijn de Crataegus monogyna (eenstijlige- of witte meidoorn) en de perenrassen die veel nabloei geven. De perenrassen ´Triomphe de Vienne´ en ´Clapp´s Favourite´ zijn bijzonder vatbaar. Ook sommige appelrassen, Sorbus, Cotoneaster en Pyracantha kunnen soms aangetast worden.
Bloemtrossen en scheuttoppen verwelken en verdrogen plotseling en verkleuren bruinzwart. Deze bacterie kan door bijen, vogels en regen verspreid worden.
Cyclus verloop bacterievuuraantasting
Klik op plaatje voor vergrote weergave
Bestrijding van perenvuur
Zaag en knip zieke takken voldoende diep weg en vernietig ze. Dek de wonden af met een wondhelend product. Snoeigereedschap na gebruik ontsmetten.
Bronnen
Fruitindex bij plantennomenclatuur
Tree fruit and berry pathology
Vakjargon overzicht
Bongerd Groote Veen
Plant pathologie Zurich
Weblinks fruitteelt