Rankende en weelderig groeiende bladplanten zorgen voor een tropisch tintje in huis maar vragen veelal een vochtige en zonnige groeiomgeving. Ze lijken dan ook niet voor iedereen weggelegd. Gelukkig biedt de Syngonium een goed alternatief voor wie het broeierig sfeertje in de kamer mist en toch van de groene overdaad wil genieten. De Syngonium heeft duidelijk de allures van een Philodendron. Dat komt omdat beide geslachten behoren tot de familie van de aronskelkachtigen. De steeds veranderende bladeren zijn echter een typische eigenschap van de Syngonium en laten ons toe bij benadering de leeftijd van de plant te achterhalen.
Bij de meeste soorten is het blad van de jonge planten enkelvoudig en ovaal van vorm. Naarmate de planten ouder worden krijgen ze een meer pijlachtige vorm en geleidelijk aan verdelen ze zich in drie, vijf of zelfs in acht delen. Ook zijn jonge en volwassen bladeren meestal verschillend getekend. Bij de aanschaf zijn de planten doorgaans compact van vorm. Pas later gaan ze ranken en luchtwortels vormen. Naargelang ze al dan niet door een mosstok of op een andere wijze worden ondersteund gaan ze afhangen of klimmen. In beide gevallen zijn ze aardig om zien en uitermate geschikt om met andere epifyten een kamer te vullen.
Aronskelken
In de regel worden vooral bonte vormen verkocht. Die zijn weliswaar mooier maar minder sterk dan de groene variëteiten. Van de 20 soorten zijn slechts enkele in cultuur. De lang gesteelde Syngonium auritum is veruit het gemakkelijkst te kweken. De plant bezit dikke, stevige stengels met vlezige, lang gevleugelde bladeren. Ze zijn meestal groen, maar er bestaat ook een bontbladige variëteit ´Fantasy´. Bij de bonte rassen leidt echter Syngonium podophyllum het soortenrijtje. Als jongeling heeft hij uitgesproken pijlvormige bladeren, waarvan de talloze cultivars van geel- en witbonte vlekken zijn voorzien.
Oudere planten kunnen in het voorjaar of de zomer bloeien. De bloeiwijze is opvallend en kenmerkend voor de aronskelken. De bloemen dragen immers geen kroon- en kelkbladeren maar bestaan uitsluitend uit stampers en meeldraden die met een schutblad zijn omwikkeld. De kolf is groenachtig tot vuilwit en kleurt na de vruchtzetting bijwijlen paarsachtig rood.
Licht en donker
De Syngonium is een gemakkelijke en goed houdbare plant. Het maakt weinig uit of ze op een zonnige dan wel schaduwrijke plek gehouden worden. Wel moet er aan gedacht worden dat bontbladige variëteiten een grotere lichtbehoefte hebben dan groenbladige, althans wanneer men de bonte kleurschakering wil behouden. Daarnaast kunnen ze verbluffend goed tegen droge lucht, ook al prefereren ze een vochtige groeiomgeving. Wil men een Syngonium als klimplant houden dan moeten de stengels regelmatig worden opgebonden.
De verzorging lijkt veel op die van de Philodendron. Een gewone potgrond volstaat op voorwaarde dat die een redelijke hoeveelheid organisch materiaal bevat, zoals turf en bladaarde. De bodem moet goed vochtig gehouden worden, maar dient tegelijk goed af te wateren. Mocht het toch voorvallen dat de wortelkluit uitdroogt dan is dat nog geen reden tot paniek. Tegen uitdroging is de plant beter bestand dan tegen een teveel aan water.
Zoals bij veel planten wordt om de paar weken wat voedsel toegediend. Het bijmesten mag vooral niet vergeten worden wanneer de pot zich geheel met wortels heeft gevuld.
Bijzondere verzorgingseisen
Planttype: hangende of klimmende bladplant (diverse variëteiten) met tot 30 cm lange bladeren.
Water: regelmatige watergift moet de wortelkluit vochtig houden, maar een teveel aan water moet vermeden worden. Gebruik bij voorkeur onthard water. De plant weerstaat droge lucht maar verkiest toch enige luchtvochtigheid (50-60%).
Temperatuur: niet winterhard. Wenst een warme en enigszins constante kamertemperatuur van minimaal 15°C.
Licht: lichte tot schaduwrijke standplaats buiten het direct zonlicht. Bonte variëteiten voldoende licht geven.
Bodem: organische standaardpotgrond eventueel vermengd met een deel naaldbosgrond. Om de twee weken een lichte bemesting geven. In het voorjaar verpotten.
Vermeerderen: door stekken of delen.
Bronnen Geert Devriese met dank aan de medewerking van de VLAM,