Bomen en hagen Ziekte en plagen

Lonicera of kamperfolie is een geslacht met 200 soorten groenblijvende en bladverliezende heesters en houtachtige klimplanten. Sommige klimsoorten zijn niet winterhard en hebben een koude kas nodig. Klimmende kamperfoliesoorten zijn geroemd voor hun geurende, tweelippige bloemen met een rijk palet aan kleuren. Het sortiment is samengesteld uit besdragende en besloze soorten. De meeste soorten zijn winterhard in ons klimaat. Maak nog onderscheid tussen bladhoudende (wintergroen) en bladverliezende soorten. De klimmende kamperfolie vormt geen hechtwortels zoals de klimop en moet daarom gesteund worden.



Toepassingen

Kamperfoelie´s kunnen tegen een muur geleid worden. Opletten dat de plant niet verdroogt omdat het meestal erg droog is tegen een muur. Ook kan men kamperfoelie´s tegen een alleen staande paal planten en uiteraard ook bij een pergola. Tegenwoordig wordt er als erfafscheiding regelmatig gebruikt gemaakt van stukken opstaand betonijzer.

Standplaats

Kamperfoelie geeft de voorkeur aan bosranden en open plekken. Hun wortel houdt van schaduw, maar de ranken verlangen volop licht. Veel mensen die dit niet weten en in hun tuinen de wonderlijk mooie Kamperfoelie (en Clematis) aan de felle middagzon blootstellen, begrijpen niet waarom ze afsterven. Als zij een kleine struik aan de voet geplaatst zouden hebben, zodat de schaduw ´s middags op de voet zou vallen, dan zou de Kamperfoelie ondanks de felle zon zich schitterend hebben ontplooid. De meeste kamperfoelies houden van een luchtige humeuze grond, maar gedijen ook goed op kleigrond. Hoewel ze op zuurdere grond wel groeien zijn het echte kalkminners.

Vermeerdering

Kan makkelijk door afleggen, maar ook door stekken.
Sommige soorten kan men zaaien.

Ziekten en plagen

Staat een kamperfoelie te nat dan zal er eerder een aantasting van meeldauw zijn.
Gezonde planten weerstaan een bladluizenaanval beter dan planten in een mindere conditie. Een truc om luizen bij voorbaat al op een afstand te houden is het planten van een ui of knoflook vlak bij de plant.

Soorten en cultivars

Lonicera heckrottii is een zeer bekende, bijzonder winterharde soort. Hij is een matig hooggroeiende kamperfoelie met purperrode jonge twijgen. De 2-lippige bloemen staan dicht opeen in kransen, vaak in lang gerekte, 15-30-bloemige trossen. De kleur van de bloemen maakt een oranjeroze indruk. De planten zijn steriel en vormen daarom geen vruchten.
Lonicera heckrottii ´Goldflame´ werd omstreeks 1960 uit de Verenigde Staten geïmporteerd en in Nederland spoedig op grote schaal in cultuur genomen. Later werd deze cultivar lange tijd door elkaar gehaald met de gewone soort, ook al zijn het twee verschillende planten. Op sommige kwekerijen wordt voor Goldflame een gele cultivar met bessen gekweekt en verhandeld. Deze Goldflame is evenwel steriel en vormt dus GEEN bessen. Het is een cultivar die uiteindelijk hoger en enigszins losser groeit dan de soort.
Lonicera implexa heeft kleine, donkergroene bladeren die aan de onderzijde opvallend blauwwit berijpt zijn, aan diep violetblauwe twijgen. Deze zeldzame Lonicera is iets heel aparts, maar de winterhardheid laat jammer genoeg te wensen over. Een niet al te opvallende plant met in de zomer verschijnende 2-lippige, witroze zachtgeel verbloeiende bloemen. Soms is er een 2de nabloei in oktober. De bloemen staan dicht opeen in de oksels van schotelvormig vergroeide bladeren. Zij zijn slechts 3-4 cm lang en geuren matig sterk. De vruchten zijn rood.
Lonicera periclymenum, de gewone kamperfoelie, is inheems in grote delen van Europa en Noord Afrika. In Nederland en België de enige in het wild voorkomende soort. Door haar grote verspreidingsgebied is zij zeer variabel in blad – en bloemkleur, en mede door het feit dat zij al sinds 1616 in cultuur is, zijn er vele cultuurvariëteiten geselecteerd. De bloemen van alle cultivars geuren sterk en worden gevolgd door rode vruchten die giftig zijn. Bos en kreupelhout zijn in de zomer vervuld van de heerlijke geur, die de bloemen van de kamperfoelie afgeven. Slechts weinige wilde planten hebben zo´n bedwelmende geur en zulke karakteristieke bloemen als deze inheemse klimplant. Vooral ´s avonds en ´s nachts is die geur bijzonder sterk, overdag verdwijnt zij nagenoeg helemaal.
Lonicera periclymenum ´Belgica Select´ heeft bloemen van licht karmijnroze aan de buitenzijde en aan de binnenzijde van roomwit tot okergeel. Hoofdbloei in juni-juli met een nabloei in oktober. Na de bloei ontstaan glimmend, helderrode bessen die giftig zijn! Purperrode jonge twijgen. Het aanbod dat onder deze naam wordt gekweekt, is nogal variabel. Waarschijnlijk is hier vroeger veel van gezaaid.
Lonicera periclymenum ´Cream Cloud´ is een goed geurende en rijk bloeiende lichtgele boskamperfoelie. Na de bloei ontstaan bessen die giftig zijn!
Lonicera periclymenum ´Graham Thomas´ is een stevig groeiende kamperfoelie met zacht lichtgeel tot creméwitte bloemen die gevolgd worden door rode bessen die giftig zijn.
Lonicera periclymenum ´Scentsation´ bloeit met geelwitte bloemen. Na de bloei ontstaan bessen die giftig zijn!
Lonicera periclymenum ´Serotina´ is samen met Belgica de oudste cultivar, maar nog steeds in de top 10! Tamelijk dunne, donker purperrode jonge twijgen. Bloemen aan de buitenzijde lilarood, binnenzijde zuiver wit, naar geel verkleurend. De bloei valt in juni-juli met nabloei tot in oktober. De tamelijk schaarse, giftige bessen zijn helder rood.
Lonicera periclymenum ´Serpentine´ bloeit heel mooi en rijkelijk met purperrode bloemen met roomgeel van mei tot augustus. Na de bloei ontstaan bessen die giftig zijn! Krachtig groeiende met vrij dunne, donker purperrode jonge twijgen.
Lonicera periclymenum ´Winchester´ is een vroegbloeiende cultivar met geurende geelwitte bloemen met een vleugje rood. Er zijn verschillende types op de markt van deze cultivar waarvan sommige duidelijk meer rood tot purper getinte bloemen hebben. Na de bloei ontstaan bessen die giftig zijn!
Lonicera tellmanniana is een hybride van Lonicera sempervirens ´Superba´ x Lonicera tragophylla. De winterhardheid is goed tot zeer goed. Het is een mooie, tamelijk krachtig groeiende plant met purperkleurige jonge twijgen. De slanke, 4-4,5 cm lange, geeloranje bloemen in juni staan in eindstandige kransen bijeen maar geur niet. Helaas bloeit deze bijzonder mooie kamperfoelie maar eenmaal volop.
Lonicera tragophylla is een Chinese soort die flink hoog kan groeien en bij ons voldoende tegen vorst bestand is. De plant heeft een hoge sierwaarde, maar is jammer genoeg gevoeliger voor meeldauw. De helder gele, niet-geurende bloemen in juni zijn lang en slank, 5-7 tot 9 cm lang en duidelijk tweelippig. Zij staan bijeen in 10 tot 20 kort gesteelde, eindstandige kransen. De weinige vruchten zijn rood.

 

De hierboven behandelde plant is beschikbaar als uitgebreide plantenfiche van het seizoen 2007. Bestaande TK-PLANTENGIDS CD-rom eigenaars updaten hiermee hun hardeschijf programma. TKPLUS abonnees met een TK-Plantengids HD CD-ROM kunnen deze plantenfiches downloaden en installeren op hun harde schijf. Voor info over deze cd-rom zie

Bronnen

  • Arjan Laros
  • Bron J. Van Laar – Dendroflora 25 – 1988