Tuinaanleg

De schorren langs een rivier spelen een belangrijke rol in het reguleren van wat er in de rivier zelf gebeurt. De getijdenmoerassen langs de Schelde kunnen veel van de overvloedige voedingsstoffen uit de rivier opvangen. Van de vervuiler ammonium bijvoorbeeld tot wel meer dan 30 procent. Het oppervlak van het moeras blijkt ook een belangrijk deel van het ammonium om te zetten in andere stoffen. 

Hiervoor hebben ze wel tijdelijk een heel moeras van etiketjes moeten voorzien. Een kenmerkende plant aan de zoetwatergedeelten van de Schelde – en kleine stroompjes in het gebied – is de spindotterbloem. Ook wilgen weten de zoetwaterschorren te appreciëren. Op sommige plaatsen groeien de wilgen zo dicht tegen elkaar aan dat ze een ondoordringbaar bos vormen: een wilgenvloedbos. Wie op een hete zomerdag naar zo´n wilgenvloedbos kijkt, kan zich even in de tropen wanen.

 

 

Onze kustzones worden overspoeld door stikstof- en fosforhoudende vervuilende stoffen die de mens produceert en die in de rivieren terechtkomen. Vooral rivieren voeren deze vervuiling aan. Steden, landbouw, fabrieken: de – menselijke – bronnen zijn legio. Getijdenmoerassen, een soort zoetwaterschorren die langs een rivier liggen, blijken een belangrijke rol te spelen in de verwerking van het probleem. Maar de schorren blijken een soort buffer te vormen tegen overmatige vervuiling.

 

 


Foto Rudi Van Overloop – zoutwaterschorren in het Land van Saefthinge

Het onderzoeksteam van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), de Universiteit van Antwerpen en de Vrije Universiteit Brussel heeft het water van de Schelde gelabeld, op het moment dat het een moeras van 3500 vierkante meter binnenstroomde. Hierdoor ontdekten zij dat éénderde van de stikstof uit ammonium in het moerasecosysteem werd vastgehouden. Het grootste deel daarvan werd van ammonium omgezet in andere stoffen. Zulke ecosystemen zijn dus niet alleen opslagplaatsen, maar ze verwerken vooral ook voedingsstoffen.  Door het etiketteringssysteem kon de evolutie van de vervuiler in een schor te Tielrode gedetailleerd worden gevolgd. Uit het speurwerk blijkt dat de schor meer dan 30 procent van de vervuiler opving, zodat die dus maar gedeeltelijk doorstroomde naar de zee.

De stof werd trouwens niet alleen opgehouden, maar ook omgezet in nitraat en stikstofgas. Vooral bodembacteriën speelden bij die omzetting een rol. Een berekening wees uit dat alle schorren langs de Schelde samen een vijfde van de jaarlijkse ammoniumvervuiling tegenhouden.
Dat is goed nieuws, want schorren blijken zo een natuurlijke waterzuivering te verzekeren. De studie impliceert ook dat de aanleg van extra overstromingsgebieden langs de Schelde niet alleen de veiligheid van de bevolking verhoogt, maar ook een behoorlijke verbetering van de waterkwaliteit in de hand werkt.

Bron: Knack