De Cortaderia Selloana, oftewel het pampasgras, is iets dat je steeds vaker terug ziet komen in de tuin. Dit siergras heeft namelijk prachtige pluimen, welke perfect passen in tuinen waar mensen wat extra aandacht aan geven. Gelukkig worden siertuinen steeds populairder en geeft men er ook weer meer aandacht aan. Oorspronkelijk komt pampasgras uit Zuid-Amerika, maar ook in Turkije en Nieuw-Zeeland kun je rassen van deze plant tegenkomen. Wij vertellen je in dit artikel nog iets meer over deze eyecatcher, die ook in jouw tuin helemaal tot zijn recht zal komen.
Soorten pampasgras
Ga je tuinplanten kopen en is jouw oog gevallen op pampasgras, dan is het goed om te weten welke soorten er allemaal zijn. De vrouwelijke variant kun je herkennen aan de prachtige zilverwitte pluimen. De mannelijke is wat donkerder van kleur, variërend van grauw tot roze. Het is volledig van jouw smaak afhankelijk waar je voor kiest. Het moet natuurlijk passen in jouw tuin. Alle pluimen zijn in ieder geval net zo prachtig. Men vermeerdert in het tuincentrum de plant al door deze te scheuren, voordat de pluim zich heeft gevormd.
Pampasgras planten
Pampasgras plant je het beste in het voorjaar en op een beschutte plek, maar wel in de zon. Het is belangrijk dat het gras zo min mogelijk last heeft van de wind. Deze kan namelijk schade aanbrengen aan de bladeren. De plant is dol op volle zon, maar ook in halfschaduw komt deze prima tot zijn recht. Minimaal drie uur per dag zon is wel nodig en ook moet het gras worden geplant in voedzame (kalkrijke) grond die goed doorlatend is.
Bloeitijd
In landen zoals Nederland is pampasgras een laatbloeier te noemen. Van augustus tot en met oktober zal deze in bloei staan, maar als het weer gunstig genoeg is kan het zelfs nog iets langer doorlopen.
Overwinteren
Pampasgras dat jong is heeft vaak moeite met de winter, zeker als deze wat strenger is. Biedt op dit moment bescherming door de plant samen te binden tegen de kou. De “voetjes” van de plant moeten worden geïsoleerd om ze tegen de vorst te beschermen. Gele bladeren kun je ook beter laten zitten, dit is het beschermingsmechanisme van de plant tegen de kou. Je kunt deze in de lente wel verwijderen. Na de winter kun je beginnen met snoeien. Knip hiervoor het gras tot 30 centimeter boven de grond af.
