Bloemen en planten

´t Is klein, ´t is wit en ´t kruipt. Zie daar de Plant van de Maand april. We hebben het over Iberis sempervirens ´Weisser Zwerg´. Letterlijk betekent die naam ´witte dwerg´. Ook de Engelse naam Little Gem, waaronder deze plant ook wel wordt aangeboden, duidt in die richting. Met recht, want ´Weisser Zwerg´ wordt niet hoger dan zo´n 10 cm. Het is een overblijvende bodembedekker met een uitgesproken zonnig karakter. Hij houdt van een plaatsje in de volle zon, niet te vochtig, en is heel geschikt voor rotstuinen en oude muurtjes. Maar dit kruipertje is ook heel geschikt voor randen langs paden en perken, op verhoogde bedden, voor dakterrassen of om een heel bloemperk te vullen.

In de tuin zijn mooie kleurcombinaties te maken met andere vroege voorjaarsbloeiers. Soorten die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld Aubrietia, Alyssum, Cerastium, Japanse Azalea´s en Dwergphlox.

Zonnige plek

Hoewel Iberis sempervirens ook verwilderd in ons land voorkomt, komt de soort oorspronkelijk uit Zuid-Europa. Dat blijkt ook wel uit de voorliefde van de plant voor een warme en zonnige plek in de tuin. Als deze plaats ook nog kalkrijk en droog is, beloont ´Weisser Zwerg´ de tuinliefhebber van april tot en met juni met een heel tapijt van kleine witte bloemen. Iberis sempervirens kan eventueel ook in de schaduw worden gebruikt, maar de planten bloeien dan niet zo uitbundig. Van zichzelf groeit Iberis na afloop van de bloei wat stakerig uit. U kunt ze daarom het best direct na het uitbloeien van de bloemen terugsnoeien. De planten ontwikkelen direct weer nieuw groen en blijven mooi compact. Ook kunnen ze zelfs nog een tweede keer bloeien.

Iberis sempervirens blijft in de winter groen. De plant is daardoor gevoelig voor vorstschade. Om te voorkomen dat de planten in de winter invriezen, moeten deze worden beschermd tegen de schrale wind en strenge vorst. Dat kan door de planten af te dekken met ´bubbeltjesfolie´ of dennentakken. Zodra het weer voorjaar wordt, kunt u deze bescherming verwijderen.

Kruisbloemigen

Iberis is algemeen bekend onder de naam ´scheefbloem´ en er zijn éénjarige en overblijvende soorten. De sempervirens is de meest gangbare onder de overblijvende soorten. Iberis behoort tot de familie van de ´kruisbloemigen´. Als u eens op uw knieën gaat en de plantjes van dichtbij bekijkt, ziet u dat de bloemblaadjes kruisvormig tegenover elkaar staan en de bloemen zelf in een tros gerangschikt zijn. Dat zijn typische kenmerken van deze plantenfamilie.

Bij de kruisbloemigen komen eigenlijk maar weinig sierplanten voor. Twee bekende soorten die wel tot de kruisbloemigen behoren zijn de violier of Mathiola, en de Damastbloem. Veel overige familieleden van de Iberis zijn bekend als voedselplanten. Zo behoren onder andere de verschillende koolsoorten, de mosterdplant en de radijs tot de kruisbloemigen. Maar die zijn meer geschikt voor de moestuin.

Bron Geert Devriese