Bomen en hagen Ziekte en plagen

Het ligt niet echt aan de winter-die-geen-winter is: er zijn vaste planten die gewoon groen blad houden. Ze staan in mijn tuinen en heten longkruid.


Longkruid, Pulmonaria, is een plant die zich langzaam uitbreidt via wortelstokken. Die groeien vrij oppervlakkig en daarom val ik maar plompverloren binnen: longkruid houdt van (half)schaduw en van een rijke, vochtige grond. In de zon en op droge grond blijven het armetierige plantjes met verdrogende wortelstokken en dikke kans op meeldauw door al dat geploeter.
Zo. Dat weet je alvast.
Over naar de plant zelf.

pulmonaria officinalis

Laatst zag ik hoestsiroop waar, behalve een smak suiker en een snufje honing, ook longkruid in zat. Zei het etiket. Dat stroopje deed aan signatuurleer, een schimmige tak van sport die vindt dat bijvoorbeeld ziektes aan organen kunnen genezen met planten die lijken op dat orgaan. Het blad van longkruid kun je met de nodige fantasie vergelijken met een long. Als je bronchitis hebt mag je van mij longkruid eten, als je verder maar als een haas naar de dokter gaat.

Pulmonaria is een plantengeslacht met pakweg 12 familieleden, maar met die 12 is voortdurend gerommeld en verder gekweekt. De cultivars zijn niet meer te tellen. Als familietrekje hebben ze ruw, behaard blad, meestal met bleke vlekjes, die wortelstokken dus en trosjes half omhoogkijkende bloemetjes die meestal rozeachtig beginnen en blauwachtig paars eindigen. Er zijn wat witbloeiende kweekvormen, zoals bijv. Pulmonaria officinalis ´Sissinghurst White´.

In de lage landen vind je meestal drie soorten: Pulmonaria officinalis, het oer-longkruid dat zelfs als wilde plant voorkomt, Pulmonaria saccharata (´besuikerd´ = met poedersuikerachtige vlekken op het blad) en Pulmonaria longifolia, spitser blad dan de rest. Ik heb de gewone Pulmonaria officinalis en die bevalt uitstekend.

sissinghurst whiteMet het blad van longkruid is iets grappigs aan de hand. In de zomer maakt de plant zomerblad en in de herfst een nieuwe generatie: herfstblad. Het zomerblad gaat in de herfst plat liggen en verkreukelt, het herfstblad blijft ´s winters groen. Diep tussen de steeltjes liggen de bloeiknoppen, die begin maart als een raket naar boven spurten en stengeltjes maken met een derde formaat blad eraan, kleiner dan de andere generaties.

Longkruid is een vroegbloeier. Van maart tot begin april was tot nu toe de gewoonte, maar hoe het in deze zachte tijden gaat uitpakken wordt een verrassing. Na de bloei is de plant wat vermoeid. Je kunt lelijk geworden blad afknippen of gewoon laten zitten: het zomerblad komt er tenslotte nog aan. Verwen longkruid dus met een laag compost of desnoods geraniumaarde (daar zit wat leem in). Op klei hoef je dat niet te doen, omdat die voedzaam genoeg is.

Als je zin hebt kun je longkruid, als hij al een tijd staat en zichzelf heeft uitgebreid via die wortelstokken, in stukken delen: telkens met een eindje wortelstok eraan en elders weer uitplanten. Of je gebruikt zo´n stuk om een gat mee te dichten als dat aan de hand is. Doe dat na de bloei.