De winterprunus, een Japanse sierkers, is één van de weinige winterbloeiers. Vaak begint hij al in november te bloeien, en dat kan tot maart/april doorgaan (behalve als het vriest). Soms zie je een door sneeuw bestoven boom staan naast een bloeiende prunus. Je moet goed kijken om het verschil te zien: witroze bloemetjes. Als je deze boom wilt planten, moet je je wel realiseren dat hij 8 m hoog kan worden.
Winterprunus, Herfstprunus, sneeuwkers, Japanse kerselaar
Prunus subhirtella ‘Autumnalis’ (wetenschappelijk)
Autumn Cherry, Winter Flowering Cherry (Engels)
Cérisier d’Automne (Frans)
Schneekirsche (Duits)
Rosaceae – Rozenfamilie
Herkomst
Inheems is de winterprunus in Midden-Japan. Hij wordt daar overal in de tuinen aangeplant. Hij kwam naar Europa via de VS rond 1894.
Naamgeving
Het woord prunus geldt voor de grote familie van de kersen en pruimen en betekent steenvrucht. Subhirtella duidt op de ruwe onderzijde van de bladeren. Autumnalis betekent herfstbloeiend.
Plantkenmerken
Winterprunus is een dicht vertakte grote struik of middelgrote boom met schuin uitstaande en iets overhangende takken. Hij heeft een brede, open kroon, zodat er genoeg licht doorheen komt voor planten die aan zijn voet groeien. Onderaan is de stam bij oudere bomen meestal kaal, zodat je daar laagblijvende struiken kunt planten. Als hij in blad staat, lijkt hij net een parasol zonder te veel licht weg te nemen. De halfgevulde lichtroze, bijna witte bloemen zijn kleiner dan die van voorjaarsbloeiende sierkersen. Wanneer het vriest, stopt hij even met bloeien. Je kunt dan enkele takken afknippen en in de vaas zetten. Daar gaan ze verder bloeien. Na de vorstperiode ontwikkelen zich weer nieuwe bloemknoppen.
De bladeren zijn eerst groen en kleuren in de herfst oranjegeel.
Door zijn lange bloeitijd bloeit de winterprunus nooit echt rijk, maar toch voldoende om je er tijdens de grijze wintermaanden over te verwonderen.
Ziekten
De winterprunus is helaas gevoelig voor de zogenaamde verdrogingsziekte. Dit gebeurt vooral in het voorjaar als het warmer wordt. Dan slaat de schimmelziekte toe. Bloemen en bladeren verwelken en worden bruin. De ziekte slaat gauw over naar andere prunussen. Je kunt hem bestrijden door de boom net voor en tijdens de bloei met een mosaftreksel te besproeien.
Snoeien
Winterprunus hoeft niet gesnoeid te worden, behalve als er takken afgestorven zijn. Die moet je verwijderen en mag je niet op het compost gooien (i.v.m. schimmel). Stop ze in de GFT-bak.
Eveneens in de winter bloeit Prunus subhirtella ‘Autumnalis Rosea’ met halfgevulde lichtroze bloemen. In de knop zijn ze donkerroze.
Bron Brigit Kahlert 2006, bewerking Rudi Van Overloop 2010