Het geeft een fijn en zeer welkom gevoel om over een toegangspad tussen weelderig bloeiende plantenranden door te lopen. Ook in een border groeien de kleinste planten uiteraard vooraan langs het pad. Die lage randplanten zijn veel belangrijker dan u zou denken. Ze komen het dichtst bij u, verdoezelen de strakke rand van het pad en vormen een kleurrijke zoom bij uw voeten. Als u planten als rand langs een pad zet, is het aardig om kruipertjes te gebruiken die een beetje over de bestrating heen groeien. Maar als uw perk of border aan het gazon grenst, kunt u beter polvormende soorten als nagelkruid (Geum), voorjaarszonnebloem (Doronicum) , purperklokje (Heuchera) en karpatenklokje (Campanula) nemen.
Die groeien het gras niet in. Zorg voor een afwisseling van rijk bloeiende, ´s winters afstervende planten met soorten die dan juist groen blijven. Zo blijft er kleur. Er is volop keus, zowel voor zon als schaduw. De volgende soorten worden bloeiend allemaal 15 tot hooguit 25 cm hoog. Ze vormen hele kussens of tapijten van kleur en ze bloeien nu al, dus u ziet wat u koopt. Dat kiest makkelijk.
Kleur in zon of schaduw
Echte zonaanbidders zijn bijvoorbeeld de rijstebrij of randjesplant (Arabis) met vooral roze en witte cultivars. Kruipphlox (Phlox Subulata Groep) is er in wit, roze, paars, lichtblauw en rood. De groenblijvende scheefkelk (Iberis) bloeit wit (´Snowflake´ en ´Weisser Zwerg´). Blauwkussen (Aubrieta, in wit, blauw, rood, violet en paars) bloeit uitbundig in zowel zon als lichte schaduw, net als de kleuraardbei (Fragaria). Het verrukkelijke bosaardbeitje bloeit wit en krijgt rode vruchtjes. In zon tot diepere schaduw kunt u kruipend zenegroen (Ajuga) toepassen, net als de schitterende lilaroze met donkerrode orchideeprimula (Primula vialii).
Groenblijvende elfenbloemen (Epimedium, met allerlei bladkleuren en hele wolken roomwitte, gele, roze of rode bloemen) doen het het best in lichtere tot diepere schaduw, net als de maagdenpalm (Vinca, met blauwe of witte bloemen), de als wit kant bloeiende schuimbloemen (Tiarella) en Waldsteinia (geel).
Zet er ook wat lage grasjes tussen. Dat combineert erg mooi. Bijv. zwenkgras (Festuca gautieri) met heldergroen blad (15 cm) voor zon. Ruige veldbes (Luzula pilosa, donkergroen, 25 cm) voor schaduw. Carex berggrenii (15 cm, voor schaduw) heeft opvallend bruin blad. Bij blauwgras (Sesleria caerulea, 30 cm) is het zilvergrijs, bij blauw schapengras (Festuca glauca, 30 cm) is het blauw berijpt (beide voor zon).
Bloeiende randplanten (Aubrieta) zorgen voor een vrolijke entree. Foto PPH. |
Goed toepassen
Plant niet strak in de rij, maar wat afwisselend.
Zorg dat de bloemkleuren niet ´op elkaar botsen´, maak harmonieuze overgangen. Plant in groepjes van minstens drie per soort. Dat geeft rust. Houd een onderlinge plantafstand van 15 à 20 cm aan. Op die manier ontstaat snel een gesloten plantenrand die onkruidgroei onderdrukt. Dat scheelt werk. Bovendien voorkomt zo´n dichte, bloeiende zoom dat er grond over het pad uitspoelt. Druk bij het planten de grond goed rond de wortels aan en geef na het inplanten royaal water.
Bron Geert Devriese, met dank aan de mensen van de Plant Publicity Holland en VLAM.