De variatie aan tomatenrassen is heel groot. Een regelmatig gewasonderhoud, warmte en een evenwichtige bemesting zijn belangrijk bij het welslagen van deze dankbare teelt. In twee delen brengt de tuinkrant u een beschrijving van de tomatenteelt. Volgende maand verneemt u meer over de mogelijke problemen bij de tomatenteelt. Tomaat (Lycopersicon esculentum) behoort tot de familie van de Nachtschadigen (Solanaceae). De plant is afkomstig uit Zuid-Amerika en was daar al heel lang in cultuur voordat ze door de Spanjaarden mee naar Europa werd genomen. Na enige tijd als sierplant te zijn geteeld werd ze pas vanaf de halfweg de 19de eeuw, op heel beperkte schaal nog, als groente gekweekt. Dit omdat ze nog altijd een beetje als gifplant bekend stond, zoals voorheen de aardappel.
Gebruik
De toepassingsmogelijkheden van tomaat zijn schier onbeperkt. U kan er allerlei heerlijke salades, tussendoortjes, snacks of borrelhapjes mee maken. Ze zijn geschikt voor soepen, sauzen en warme bereidingen. Niet alleen bevatten tomaten veel vitamine C, maar ook lycopeen, Lycopeen speelt mogelijk een rol bij de bescherming tegen kanker.
Plantkundige kenmerken
Het is een meerjarige, kruipende plant, die als eenjarige wordt gekweekt. Het blad en de stengel zijn giftig. De bloemen vormen lange trossen die bij kerstomaten lange tijd kunnen doorbloeien. De groene bessen die door de plant worden gevormd zijn licht giftig. De bladeren zijn bezet met haartjes, waarop kliertjes staan die bij aanraking de typische tomatengeur verspreiden.
Soorten en teeltwijzen
Vormen en kleuren
Geen groente waarvan zoveel verschillende vormen en kleuren zo bestaan als bij tomaat. De rassen zijn ook onder te verdelen in groene en bleke rassen. Bij de groene rassen is er in onrijp stadium rond het kroontje een donkergroene zone, die soms minder goed doorkleurt bij de rijping. Ook moet u een onderscheid maken tussen zaadvaste rassen en de hybride rassen. De zaadvaste rassen hebben als voordeel dat het zaad goedkoper is en dat u er zaad kan van winnen. De productie is lager. Het zaad van hybridenrassen is duur, maar de productie van deze rassen is groter dan bij de zaadvaste rassen.
|
|
|
|
|
|
Van al deze vormen bestaan er verschillende kleuren. Rood, oranje, geel zijn de meest verbreide kleuren. Velen zien het als een hobby telkens opnieuw andere, onbekende rassen van tomaat te telen. |
|
Groeiwijzen
Er zijn zelftoppende rassen en doorgroeiende rassen. De zelftoppende rassen vormen één of meerdere stengels die allen eindigen op een bloemtros. Daar wordt vooral gebruik van gemaakt voor machinale oogst voor de industrie. De doorgroeiende rassen vormen constant, na iedere bloemtros, een nieuw groeipunt.
Beschutte teelt
De teelt onder beschutting, en in het bijzonder onder glas, is een aanrader bij tomaat. Aardappelplaag komt er minder voor. De groei en de afrijping verloopt vlotter, waardoor de oogst veel vroeger start. Ook de uiterlijke kwaliteit van de vruchten is beter.
Teelt in potten
Kerstomaten en kleine ronde tomaten lenen zich uitstekend om in pot geteeld te worden. Zorg voor een zonnige, windstille plaats.
Aanbevolen rassen
Zoals u al kon zien bij de beschrijving van de soorten is het vormenaanbod bij tomaten zeer groot, dit maakt het rassenaanbod nog des te groter. Verschillende zaadhuizen hebben eigen hybriden ontwikkeld.
U kunt kiezen voor nieuwere hybridenrassen, of voor de oudere, traditionele rassen.
Kies voor deze laatste als u eens van andere smaken, kleuren en vormen wil proeven. Kiest u voor teeltgemak, met een goede productie, weinig kwaliteitsproblemen en een lage ziektegevoeligheid, neem dan hybridenrassen. Kies nieuwe hybridenrassen, die zijn ondertussen veel verbeterd ten opzichte van de oudere hybridenrassen. Tenslotte kiest u voor de openluchtteelt een ras dat duidelijk aanbevolen wordt voor buitenteelten. Rassen die perfect zijn onder glas zijn meestal een grote teleurstelling in de buitenteelt.
Enkele rode, groeikrachtige en ziektebestendige hybriden, voor buiten en onder glas, tenzij anders vermeld
Vleestomaat ´Diplom F1´, ´Cronos F1´, ´Montfavet F1´, ´Agora F1´. ´Robin F1´, enkel onder glas, is te laat. ´Tolstoy F1´, zeer sterke buitentomaat.
Ronde tomaat : ´Meran F1´, ´Bonset F1´, ´Trésor F1´.
Trostomaat : ´Serrat F1´, ´Monica F1´, ´Vitador F1´.
Van de volgende groepen zijn pas recent hybriden beschikbaar
Kerstomaat : ´Sweet 100 F1´, ´Cherissita´.
Pruimtomaat : ´Roma VF´ (ziektegevoelig buiten),´Redhunter´ en ´Santa F1´. ´Charm F1´, nieuwe, sterke vleespruimtomaat voor open lucht. ´Aviro´, met verhoogd caroteengehalte.
Andere kleuren en vormen van tomaat zijn er in overvloed, sommige zaadhuizen zijn er in gespecialiseerd.
Volgende soorten zijn nog vrij algemeen verkrijgbaar
´Yellow Pearshaped´ en ´Red Pearshaped´, rode en gele peervormige, vrij kleine tomaatjes.
´Striped Stuffer´, vorm zoals paprika.
´Goldene Koningin´, gele, ronde tomaat.
´Golden Jubilee´, gele vleestomaat.
´Yellow Début´, gele kerstomaat.
´Tigerella´, rood-oranje gestreepte tomaat.
Standplaats en bemesting
Gebruik ze niet te lang, en eventueel alleen ´s nachts. Door een te vochtig klimaat stijgt de kans op schimmelziektes. |
Bodem
Tomaat kan op veel grondsoorten geteeld worden, die rijk zijn aan organisch materiaal en een goede waterafvoer hebben.
Vruchtwisseling
Onder glas moet u er naar streven slechts om de vier jaar terug te komen. Door de beperkte oppervlakte lukt dit dikwijls niet. Dan ontstaan er op de duur problemen met kurkwortelziekte en aaltjesaantasting. De oplossing is geënte planten gebruiken, de onderstam is resistent tegen kurkwortel.
Licht
Tomaten verdragen eigenlijk geen schaduw. De vruchten moeten beschermd worden tegen felle zoninstraling om slechte kleuring en barsten te vermijden.
Bemesting
Belangrijk bij tomaat is de verhouding stikstof en kalium. Stikstofovermaat veroorzaakt een te weelderige bladgroei ten nadele van de bloem- en vruchtkwaliteit. Voldoende kalium is nodig voor een smaakvolle, stevige vrucht met een mooie kleur die goed bewaarbaar is. Magnesium is belangrijk om de bladkleur van de oudste bladeren te houden. De jaarlijkse organische bemesting moet goed verzorgd worden. Om een voldoende hoge zoutconcentratie te bekomen is een vrij grote voorraadbemesting gewenst met bijvoorbeeld 70 g/m² patentkali en 50 g/m² kalkammonsalpeter. Ofwel 100 g/m² samengestelde meststof NPK 12+8+18. Werd er een grote hoeveelheid stalmest of compost gebruikt gebruik dan minder stikstof. Om verbranding te vermijden verdeelt u de meststoffen in de bovenste grondlaag van 25 cm. Er wordt ook bekalkt. Zeewierkalk kan nog voor de teelt, zo niet tijdens najaar of winter.
Bijbemesting
Als de plant een drietal trossen gevormd heeft, is er al heel wat voeding uit de grond opgenomen. U kunt dan wat meststoffen in het gietwater oplossen, of een vloeibare meststof gebruiken. Neem een meststof met relatief veel kalium. Als u twee gram oplost per liter gietwater kan je telkens als er water gegeven wordt meststoffen toedienen. Meer oplossen veroorzaakt een te hoge zoutconcentratie aan de wortels.
Opkweek
Zaaien
Zaai acht tot tien weken voor het uitplanten. De zaaigrond bestaat uit 4 delen potgrond en 1 deel mager zand. Na bevochtigen laat u dit klimatiseren bij een temperatuur van 20°C. Verspreid het zaad bovenop vrij dun en dek af met maximum een halve cm mager zand. Het geheel afdekken met een glasplaat. De glasplaat zorgt voor een voldoende hoge temperatuur en belet tevens dat het zaaisubstraat gaat uitdrogen. Overdag wat luchten door de glasplaat op een kier te zetten (plaats een stokje onder de glasplaat).
Door dun zaaien kunt u het verspenen wat uitstellen. Dit is vooral van belang wanneer er weinig verwarmde ruimte ter beschikking is. Speciale elektrisch verwarmde zaaibakjes zijn heel geschikt. Hou er ook rekening mee dat maximum 80% van het zaad bovenkomt.
nachttemperatuur |
dagtemperatuur |
|
Zaaien tot kieming |
22-25°C |
22-25°C |
Tot verspenen |
20°C |
23°C |
Na verspenen |
18°C |
20°C |
Tijdens afkweek |
15°C |
18°C |
De verdere ideale opkweektemperaturen zijn (een absolute minimumtemperatuur is toch wel 12°C).
Dit plantje is klaar om te verspenen in pot. |
Tomaten kunt u vrij groot laten uitgroeien in vooraleer uit te planten, tot de eerste tros verschijnt. |
Verspenen
Het verspenen kan gebeuren wanneer het eerste echte blaadje te voorschijn komt. Dit is zo´n 14 dagen na het zaaien. Eventueel wachten tot het tweede echte blaadje te voorschijn komt. Wees zeer streng bij de selectie. Plantjes die duidelijk kleiner zijn dan de rest worden niet gebruikt. Ook als de kiemblaadjes wat misvormd zijn levert dit waarschijnlijk slechte planten op. Het verspenen gebeurt in potten met een diameter van 12 cm, gevuld met potgrond voor groenten. Om voetziektes te vermijden moeten de kiemblaadjes na het verspenen nog steeds boven de grond uitkomen.
Verzorging
Plantmateriaal van tomaten opkweken is niet echt makkelijk te noemen. Toch zijn er een aantal spelregels die de opkweek doen lukken. Teel bij een voldoende hoge temperatuur, nachttemperaturen onder de 12°C veroorzaken een ene geval bekomt u een plant met bleek, geel blad; in het andere geval een gedrongen, donkere plant. Pas de watergift aan volgens zonlicht en temperatuur. Door de lange teeltduur raken de voedingsstoffen uitgeput. Geef een bijbemesting, los daartoe 2,5 g/l kaliumrijke samengestelde meststof op en geef dit aan de planten telkens u water geeft. Of koop een vloeibare meststof.
Afharden
Bij tomaten die in de kas uitgeplant worden, noemt men dit afkweken. U kunt de planten gewoon maken aan de ruimere plantafstand door ze eerst enkele dagen, in de pot naast de voorziene plantplaats te zetten. De watergift wordt wat beperkt, om steviger planten te hebben en de bloei te stimuleren. Tomaten die buiten geplant worden, worden afgehard op de klassieke manier echter niet bij koud en regenachtig weer.
Planten
Tijdstip
De planten zijn plantklaar als de eerste tros zichtbaar wordt. Onder glas uitplanten doet u ten vroegste eind april bij zacht weer, zoniet wachten tot begin mei. In een licht verwarmde kas kan geplant worden vanaf eind maart. In open lucht heeft planten voor 20 mei weinig zin. Hou er rekening mee dat tomatenplanten absoluut vorstgevoelig zijn.
Werkwijze
Plant in een opgewarmde grond, dit betekent een minimale grondtemperatuur van 15°C. Zoniet stijgt de kans op wortel- en voetziektes. U kunt de grondtemperatuur verhogen door de grondstrook een tiental dagen af te dekken met plastiekfolie. Streef naar een plantdichtheid van 2,5 planten per m2. Een te dichte stand veroorzaakt extra problemen met schimmelziektes. De potkluit moet bij het uitplanten goed vochtig zijn, want de plant put de eerste dagen hieruit zijn reserves. Let er op dat de bovenkant van de potkluit niet bedekt wordt met kasgrond, daarin zitten nogal wat ziektekiemen die de plantvoet aantasten. De kiemblaadjes komen ook hier niet onder de grond terecht. Om het aanspoelen van de grond en de inworteling te bespoedigen gebeurt het aangieten met water van ongeveer 20°C.
In de handel vindt u speciale, voorgedraaide tomatensteunstokken |
Tomaten laten zich prima steunen door de plant regelmatig in te draaien in een opgehangen touw |
Gewasonderhoud
Steun
De planten worden gesteund met touw of stokken In de kas werkt u makkelijk met touwen die bovenin de constructie aan gebonden worden. In open lucht kan u ook met touwen werken, door eerst een houten ophangraam te maken. De touwen worden met een losse lus onderaan de plant vastgemaakt. Ook kunt u de gekende kurkentrekkervormige tomatensteunen gebruiken.
|
Dieven en indraaien
Regelmatig moet de stengel rond het koord gedraaid worden. Om te vermijden dat de stengel breekt bij het indraaien kunt u ook de stengel aan het koord bevestigen met een clips. Clipsen hebben het voordeel dat de plant niet meer kan zakken. Bij groeizaam weer verschijnt er om de week een nieuwe tros op de plant, dit betekent dat er iedere week drie bladeren bijkomen, samen met drie dieven. Dieven zijn okselscheuten die zich bevinden waar het blad vergroeid is met de stengel. Deze dieven worden weggebroken of met een mes weggesneden indien ze al wat groter zijn.
Trossnoei
Eenmaal de vruchtjes op een tros zichtbaar zijn is trossnoei een aanrader. Zonder trossnoei is er onderaan de plant veel productie, maar bovenaan valt de groei stil. Trossnoei leidt tot een regelmatige productie Bij vleestomaten laat u maximaal vier tot vijf vruchten per tros uitgroeien. Bij ronde tomaten of trostomaten zijn dat er ongeveer zeven tot acht, afhankelijk van de grootte van de vrucht. U neemt de misvormde vruchten weg, daarna wat nog overtollig is. Bij kerstomaten is trossnoei overbodig.
Toppen
Bij een goede groei wordt in de kas ten laatste 10 augustus getopt, het groeipunt wordt uitgenepen boven de laatst bloeiende tros. Deze vruchten kunt u dan oogsten begin oktober. Er verlopen ongeveer zes (zomer) tot acht (later op het seizoen) weken tussen de vruchtzetting en de rijping van de vrucht. In open lucht toppen na vier of vijf trossen, of ten laatste eind juli.
Blad snijden
Enkele weken na planten kunt u de onderste vier blaadjes verwijderen.
Het is heel belangrijk dat de vruchten niet constant door felle, rechtstreekse zonnestralen beschenen worden. De vruchttemperatuur loopt hierdoor zeer sterk op met als gevolg dat delen van de vrucht bij het rijpen groen blijven. Dat de bladeren weg moeten om de vruchten beter te doen rijpen is niet helemaal waar. Niet zozeer licht, maar wel temperatuur doet vruchten rijpen. Pas vanaf september heeft het zin de trossen bloot te maken om de extra zonnewarmte te benutten. U kunt wel steeds blad verwijderen tot onder de op dat ogenblik rijpende tros. Op die manier is er tussen het gewas een luchtiger klimaat. Bij zeer sterke groei, als door het vele blad de vruchten niet meer zichtbaar zijn kunt u tussenin enkele bladeren wegsnijden.
Vruchtzetting
Tomaten zijn zelfbestuivend. Het stuifmeel dat loskomt van de meeldraden blijft kleven aan de stamper van dezelfde bloem. Stuifmeel losmaken kan kan door te tikken tegen de bloemtros rond de middag. ´s Morgens is het stuifmeel nog te vochtig en komt het niet los van de meeldraden. Op een warme dag in de namiddag zal het stuifmeel wel loskomen, maar blijft niet kleven aan de stamper van de bloem omdat die ondertussen te droog geworden is. Om de andere dag trillen is voldoende.
Water geven
Als de planten regelmatig nat worden zijn de vruchten ruwer zijn en is de kans op schimmelziektes groter. Geef dus water onderaan, per plant of per rij, niet over de volledige grondoppervlakte. Zo vermijdt u een te vochtig klimaat. Bedenk dat de hoeveelheid water de productie van de plant beïnvloedt, maar ook de kwaliteit, hardheid en de smaak van de vrucht. Droger telen leidt naar kleinere maar smaakvollere vruchten. Te natte grond is schadelijker dan droge grond. Pas de watergift aan volgens de weersomstandigheden en wees spaarzaam met water in frissere en regenachtige periodes.
Oogsten en bewaren
Oogst de tomaten door met de duim de verdikking tussen tomaat en tros in te drukken. Zo blijft het kroontje aan de vrucht. Rijpe tomaten worden bewaard op een koele en goed verluchte plaats. De optimale temperatuur ligt bij 12° C. Oogst de tomaten als ze rood zijn, zo komt de smaak volledig tot zijn recht. Rijpe tomaten barsten gemakkelijker. Vanaf half september kunt u over de buitentomaten een plastieken tomatenhoes plaatsen om de rijping te bevorderen. Zodra de temperatuur in oktober lager wordt, worden de resterende, nog niet rijpe, maar wel volgroeide vruchten geoogst. Deze kunnen dan binnenshuis bij een temperatuur van 20 °C narijpen. Plaats de tomaten, afgedekt met papier, samen met enkele rijpe appels of bananen. Deze geven ethyleen af dat de rijping versnelt.