Tuinaanleg

Nu de tomaten goed rijpen kun je stilaan danken aan het verzamelen van zaden. Maar je kunt niet eender welke zaden verzamelen. Je moet onderscheid maken tussen zaadvaste rassen en de hybride rassen (F1, F2-hybriden). Het is enkel van de zaadvaste rassen dat je zaden moet verzamelen. Zaadvaste rassen vinden we voornamelijk bij de oudere tomatenrassen. Moderne rassen zijn vaak hybriden. In dit artikel gaan we daar dieper in op. In deel 2 behandel ik de werkwijze om ZELF hybriden te vermeerderen. Voor details over de zaadwinning zelf verwijs ik naar onze Tomatenrassen cd-rom en eerdere artikelen.

Om de erfelijkheid van de eigenschappen van planten te leren kennen moeten we een kruising maken. Uit de nakomelingen – de kinderen – kunnen we dan bepaalde conclusies trekken over de erfelijke eigenschappen der ouders. Een moderne methode van veredeling is het kweken van hybride rassen of F1- hybriden. Door gewone rassen van de tomaat te kruisen (een monohybride kruising) verkrijgt men de hybriden. Waarom u geen zaden van F1-hybriden kunt verzamelen? In de eerste plaats zijn deze rassen meestal beschermd door een kwekersrecht. In de tweede plaats ontstaat bij hybriden door zelfbevruchting inteeltdegeneratie waarbij de groeikracht achteruit gaat. Het hybride zaad levert enkel hybriden. Ze splitsen bij nateelt weer uit volgens de regels van Mendel. Hybriden worden wel vaak gebruikt voor de verdeling van nieuwe hybriden (dubbele hybriden).

 

Om een kruising te kunnen maken moeten we de bloem van de bloeiende plant eerst emasculeren, d.w.z. de meeldraden verwijderen voordat ze zelfbestuiving kunnen veroorzaken. Het emasculeren van de bloem geschiedt in knoptoestand.
We schrijven de kruising als volgt op: gekleurdbloeiende erwt x witbloeiende erwt.
Bij de aanduiding van een kruising wordt de moederplant steeds voorop gezet. De gekleurde bloeiende erwt is hier dus de moederplant.

 

De F1-generatie

Na het kruisen laat men de bestoven plant afrijpen. Bij rijpheid wordt de droge peul geplukt en gedopt. Het zaad en de daaruit ontstaande planten vertegenwoordigen de eerste bastaard- of hybride-generatie. Deze duidt men ook aan als F1-generatie of kortweg Fl (F van filii = kinderen). De planten blijken alle weer gekleurd te bloeien. Ze leveren na zelfbevruchting peulen met zaden die reeds de volgende generatie vertegenwoordigen. Deze generatie noemen we de F2.

 

 

De F2-generatie

Als de F2-zaden worden uitgezaaid dan blijken ze planten te geven waarvan een deel gekleurde bloemen heeft en een deel witte bloemen. Bij nauwkeurig tellen vindt men een verhouding van ongeveer 3 gekleurd: 1 wit. In de F2 treedt dus een splitsing op in de verhouding 3 :1. We noemen dit een monofactoriële splitsing, dat is een splitsing die berust op een verschil in een erffactor.

 

 

 

Resultaten van de kruising

Er zijn twee zichtbare resultaten en wel:

 

1. De F1-hybriden bestaat uit gekleurdbloeiende planten;

 

2. In de F2-hybriden komt de witte kleur weer te voorschijn in een verhouding van ongeveer 3 gekleurd en 1 wit.

 

Daaruit moeten we wel concluderen dat door de eigenschap “gekleurd” de eigenschap “wit” niet tot uiting kan komen, althans niet in de F1. Daarom noemt men gekleurd dominant (= overheersend) en wit recessief (= terugwijkend).

De aanduiding van de genen voorgesteld door letters

Voor het gemak stelt men de eigenschappen (= genen) voor door letters. Men heeft daarbij de afspraak gemaakt een dominant gen voor te stellen door een hoofdletter, een recessief gen door dezelfde kleine letter. Men spreekt ook van erffactoren. Stellen we nu in ons voorbeeld gekleurd voor door A, dan is wit a. We hebben boven gezien dat in alle cellen van een plant de chromosomen en ook de genen in tweevoud voorkomen. Daarom moeten we de planten met gekleurde bloemen voorstellen door AA, de planten met witte bloemen door aa. In beide gevallen hebben de erffactoren dezelfde werking. Men noemt ze dan homozygoot (homo = gelijk en zygoot = paar). Als ze niet dezelfde werking hebben (dus in de samenstelling Aa), dan noemt men ze heterozygoot (hetero = ongelijk).

 

 

 

 

De kruising voorgesteld door letters

Aanduiding van de kruising door letters, het resultaat : 3 gekleurd : 1 wit

 

De kruising kan ook nog voorgesteld worden door chromosomen om na te gaan wat er precies gebeurt bij het kruisen en uitsplitsen. Het enkel paar chromosomen wordt dan voorgesteld met daarin de genen voor de bloemkleur.

De lettercombinaties stellen het genotype voor

De F2-generatie bestaat dus uit de 2 gekleurdbloeiende typen, AA en Aa, tegen 1 witbloeiend type aa. De lettercombinaties stellen het genotype voor. Ze symboliseren de erfelijke aanleg van de planten. Daar we het uiterlijk aanduiden als fenotype kunnen we het volgende verband aangeven:

 

 

 

Een dambordschema

 

We merken nog op dat de combinaties van de geslachtscellen voortgebracht door de F look wel worden opgeschreven in een dambordschema. Dit maakt het geheel overzichtelijker, vooral als het genotype uit meer factoren bestaat. Hieronder volgt een dambordschema van ons voorbeeld:

Kruising

 

De splitsing in de F2-hybriden

Resultaat


Resistentie door veredeling

In de tomatenteelt wordt veel schade ondervonden van de bladvlekkenziekte (Cladosporium). Door de aantasting ontstaan geelbruine vlekken op de bladeren. Aan de onderzijde der vlekken bevindt zich een bruin zwamweefsel. Door deze bladvlekkenziekte kan de productie aanzienlijk worden verlaagd. Resistentie tegen Cladosporium is o.a. gevonden in de wilde soort Lycopersicum pimpinellifolium welke kleine vruchten voortbrengt. Ze is gemakkelijk te kruisen met de rassen van onze. Er moet een schema van herhaalde terugkruising worden toegepast om de kleine vruchten van de wilde soort kwijt te raken.

Het begon in Canada met het ras Vagabond, ontstaan uit een kruising tussen L. pimpinellifolium en een ras van L. esculentum. Dit ras bezit een dominant gen voor resistentie. Het gaf zelfs resistentie tegen diverse fysio´s. Met dit ras werden resistente lijnen gekweekt die de tomatenkwekers gebruiken voor het produceren van hun hybriden. Later vond men nog een tweede gen voor resistentie. Het ras is in de oorlogsjaren ook in ons land geteeld. Het werd naderhand weer aangetast door Cladosporium. Het ras werd vervangen door een nieuw resistent ras dat echter na korte tijd ook weer werd aangetast. Dit proces van resistentie kweken en opnieuw aangetast worden heeft zich verscheidene keren herhaald.

 

Heden ten dage zijn hybriden gekweekt die resistent zijn tegen tal van plagen: aardappelmeeldauw, mozaiëkvirus en andere virussen, Fusarium, bacterie-aantastingen zoals Pseudomonas, schimmels zoals Cladiopsporium, Verticillium en Phytophtora. Interessant is echter dat hier het kweken van hybride rassen gebaseerd is op de aanwezigheid van een of twee dominante factoren. Door het kweken van hybride rassen kan men een gunstige eigenschap (bijv. Resistentie) snel benutten.

Dit blijkt uit de volgende uitwerking:

 

 

 

De resistentie van de hybride berust op dominantie (= overheersing) van de eigenschap R (= Resistent).

 

Later komen we nog uitgebreid op de soorten tomatenresistenties (en hun afkortingen) terug.

 

Je moet onderscheid maken tussen zaadvaste rassen en de hybride rassen (F1, F2-hybriden).
Het is enkel van de zaadvaste rassen dat je zaden moet verzamelen.

 

Lijst van 83 tomaten F1-Hybriden

Abraham Lincoln (F1)
Alexandros (F1)
Annelise (F1)
Aranca (F1)
Baldwin (F1)
Balls Beefsteak (F1)
Beefmaster (F1)
Better Boy (F1)
Better Bush (F1)
BHN 444 (F1)
Big Beef (F1)
Big Mama (F1)
Big Zac (F1)
Boa (F1)
Bonset (F1)
Brown (F1)
Buffalo (F1)
Burgermaster (F1)
Burpee Big Boy (F1)
Burpee Big Girl (F1)
Burpee Supersteak (F1)
Bush Celebrity (F1)
Bush Champion (F1)
Bush Goliath (F1)
Campari (F1)
Charm (F1)
Claree (F1)
Compaty (F1)
Cristal (F1)
Cronos (F1)
Crystal (F1)
Devotion (F1)
Diplom (F1)
Douglas F1 (F1)
Egmont (F1)
Espino (F1)
Estiva (F1)
Estrella (F1)
Fandago (F1)
Ferline (F1)
Harlequin (F1)
Harzfeuer (F1)
Incas (F1)
Ingar (F1)
Juliet (F1)
Loveheart (F1)
Meran (F1)
Montfavet (F1)
Nikita (F1)
Oakley (F1)
Orange Santa (F1)
Picolino (F1)
Premio (F1)
Prisca (F1)
Pyros (F1)
Robin (F1)
Roncardo (F1)
Rosada (F1)
Ruby (F1)
Sakura (F1)
Santasian (F1)
Savantas (F1)
Saxon (F1)
Serrat (F1)
Shirley (F1)
Sixtina (F1)
Somtam (F1)
Sungella (F1)
Sungold (F1)
Sunstream (F1)
Supersteak (F1)
Supersweet 100 (F1)
Suzanne (F1)
Sweet Million (F1)
Temptation (F1)
Totem (F1)
Tresor (F1)
Trostomaat (F1)
Trust (F1)
Tumbler (F1)
Vidator (F1)
Yellow Debut (F1)
Yellow Punch (F1)

Bron

  • Luc Dedeene – Tomaten telen deel 1: soorten, teeltwijzen, rassen, standplaats, bemesting
  •