Steeds meer ontvang ik vragen of het bruin en kaal worden van Cupressocyparis Leylandii hagen. Deze ziekteverschijnselen komen ook meer en meer voor, wellicht mede door het massaal gebruiken en aanplanten van deze hagen. Het bruin worden (en zelfs afsterven) wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door 3 soorten schimmels. Hun symptomen lijken erg sterk op elkaar zodat het moeilijk is de juiste diagnose te stellen. Ook de groeiomstandigheden spelen een voorname rol.
Het meest voorkomend zijn cipressenkanker, Kabatina kanker en botryosphaeria kanker. In natte tuinen komt ook vaak nog wortelrot voor, veroorzaakt door Phytophthora cinnamomi. De vraag moet dan gesteld worden of de aangeplante haag wel geschikt is voor uw type tuinbodem. In de rand wil ik ook nog vermelden dat Leylandii hagen ook vaak dorre, grijsbruine plekken vertonen na een te drastische (en te diepe) snoei. Dit komt vooral voor bij hagen die niet jaarlijks goed onderhouden worden en daarna (té) sterk gesnoeid werden.
Omschrijving van de voorkomende kankerziekten
Cipressenkanker Seiridium
Probleem waarover nogal wat onduidelijkheid bestaat. Vooral Cupressus, Juniperus, Thuja plicata en Cupressocyparis leylandii zijn gevoelig. Het ziektebeeld is vrij moeilijk te onderscheiden van Kabatina en Botryosphaeria kanker. Niets belet dat de coniferen trouwens door meerdere van deze schimmelbelagers zouden zijn aangetast.
Typerend voor deze ziekte is dat de coniferen meestal van boven naar onderen afsterven (bruin worden). Algemeen beginnen de coniferen soms ook volledig vaal tot geel te verkleuren omdat de sapstroom van de twijgen wordt afgesneden (zie foto 2). Dit ziekte beeld lijkt echter ook zeer sterk op wortelrot. Vooral ietwat bruinrode tot purperachtig gekleurde twijgen op groene planten komen voor. In een verder stadium wordt de plant dan volledig bruin en sterft tenslotte af. Op de stammen zitten kankers waardoor de schors enigszins ruw wordt. Er vloeit gom uit de stammen en er zijn ook kleine, zwarte schimmelsporen op de stammen waar te nemen.
In een zeer vroeg stadium van deze ziekte, zijn vaak kleine takjes bruin geworden, die net lijken alsof ze zijn afgebroken. Meestal wordt daarna de gehele twijg bruin. Deze agressieve schimmel verspreid zich voornamelijk via wind en regen. Ook insecten zoals luizen, Coleoterri scolitidii of vogels kunnen de schimmel verder verspreiden. Ook door besmet snoeigereedschap wordt de schimmel verder overgedragen.
Planten die langer nat blijven staan (gesloten tuinen, onder bomen, haagvormen) zijn dus daardoor meer vatbaar. Ook planten die minder goed groeien en dus minder gezond, zijn sneller aangetast. Dit verklaart ook waarom oudere planten sneller aangetast worden dan jonge, vitaal groeiende coniferen. Planten kunnen ook zwakker groeien door bodemproblemen (wateroverlast, verzuring, bodemstructuur) of door armoede (droogte, voedseltekort). Algemeen moeten dus deze stress toestanden absoluut vermeden worden.
De sporen kunnen ook afkomstig zijn van naburige gevoelige planten zoals Thuja en Juniperus.
Foto 2: de coniferen gaan volledig vaal tot geel verkleuren omdat de sapstroom van de twijgen wordt afgesneden – op de voorgrond zieke conifeer ziet er vaalgroen uit t.o.v. de daarachter frisgroene Leylandii – zulke planten zijn totaal verloren en niet meer te redden. Dit ziektebeeld kan ook wortelrot zijn. |
Bestrijding
Een chemische bestrijding heeft alleen zin in een vroeg stadium. Preventief behandelen lijkt ook nuttig en zou volgens onderzoek door John Banks met koperhoudende middelen zijn af te remmen. Zijn er planten met een beperkte schade van bruine, gebroken takjes, dan worden deze zieke delen zo snel mogelijk weggesnoeid tot op de gezonde delen. Vaalgroene en bruin geworden coniferen worden best zo snel mogelijk gerooid. De overblijvende coniferen dan toch best nog chemisch behandelen. Zorg voor een verbeterde groei en een meer open tuin zodat de planten ook sneller kunnen opdrogen.
Volgens John Banks is het mogelijk redelijk zieke planten toch te redden door de coniferen te injecteren. Dit is natuurlijk erg duur en er is maar 30% kans op herstel.
Vaak wordt het snoeiafval van de hagen ter plekke gelaten ..dit is dus absoluut uit den boze ..de schimmelsporen moeten altijd zo snel mogelijk verwijderd en uit de buurt gehouden worden.
Vooral in boomkwekerijen (productie) is het nuttig de coniferen preventief te behandelen en dit 3 maal per jaar met o.a. carbendazim: tweemaal in de late winter en 6 weken later in de lente.
Voor hoveniers, tuinaannemers, groenbedrijven of uzelf: het is nuttig het snoeimateriaal te ontsmetten. Dit kan in 100% alcohol, in zuiver bleekwater of in chloorwater.
Botryosphaeria kanker
Deze kanker is bijzonder moeilijk te onderscheiden van de bovenvermelde cipressenkanker Seiridium. Het uitwendige ziektebeeld komt zeer sterk overeen, alleen lijkt deze kankervorm nog grotere vormen aan te nemen op de stammen. Verspreid zich ook via wind, regen, wondjes, vogels en door snoeien.
Bestrijding idem als bij cipressenkankers
Kabatina coniferen kanker
Een vrij courant voorkomende schimmelziekte waarbij de naaldschubben van de conifeer verkleuren naar bruin tot zwart en niet roodbruin tot purperkleurig zoals bij cipressenkanker. Treft vooral de uiteinden van de (jonge) scheuten, dus enkel de topjes zijn in beginsel aangetast. Tenslotte sterven ze af. Komt veelvuldig voor op Thuja, Juniperus en Cupressocyparis. De schimmel verspreid zich via de lucht en door regenspatten (natte omstandigheden). De piek begint reeds in het voorjaar maar de afsterving wordt meestal pas in de vroege zomer (mei-juni) zichtbaar.
Deze plaag vraagt een aparte behandeling -> zie verder onder middelen.
Algemeen kan ik aanraden bij risico of begin van aantasting
-
bij risico voorbehoedend het chemisch spuitschema te volgen voor zowel cipressen- als Kabatina kankers
-
te zieke planten onmiddellijk verwijderen, overblijvende of nieuwe planten behandelen voor zowel cipressen als Kabatina kanker zoals in puntje 1.
-
de groeiplaats en omstandigheden verbeteren
-
snoeiafval altijd zorgvuldig op te ruimen en te verwijderen
-
onmiddellijk na de snoeibeurt (wondjes) voorbehoedend behandelen zoals in puntje 1.
Omschrijving wortelrot
Phytophthora en met name en in het bijzonder Phytophthora cinnamomi is een vrij algemeen voorkomende bodemschimmel die wortelrot veroorzaakt. Komt vaak voor op té natte gronden. Planten met rottende wortels groeien uiteraard slecht, er worden weinig nieuwe scheuten gevormd. In erge gevallen gaat de gehele plant verdorren en afsterven. Bij het nader bekijken van het wortelgestel valt op dat vooral de kleinere, witte vezelwortels dood zijn. De dode wortels zijn bruinzwart gekeurd. Als we de schors aan de hoofdtak of de stam losmaken, wordt een roodachtig of zwartbruine verkleuring zichtbaar.
Bestrijding
Verwijder aangetaste planten. Verwijder de zieke cultuurgrond en vervang door verse teelaarde. Zorg voor een betere afwatering en verluchting van de bodem. Kies een andere haagplant die beter gedijt op nattere gronden zoals Thuja plicata. Bij een lichte aantasting kunnen de planten nog met een middel op basis van fosethyl worden aangegoten, doch de resultaten zijn vaak teleurstellend. Plant op deze plaats geen heideachtigen zoals Azalea, Erica, Calluna of Rhododendron.