De meeste vaste planten zorgen zelf voor hun bescherming in de winter door hun doorlevende wortelkluit te overdekken met een massa afstervende stengels en bladeren. Maar er zijn ook groenblijvende vaste planten en zelfs vaste planten die ´s winters bloeien. Ook met vaste planten valt er ´s winters van alles te genieten.
Helleborus niger is bekend als de wit bloeiende kerstroos. De bloeiperiode loopt van januari tot april. Andere soorten Helleborus, die dan nieskruid heten, bloeien wat later, vanaf februari, bijv. het stinkend nieskruid (Helleborus foetidus) met groenwitte bloemen. Heel apart is de manier waarop Helleborus zijn bloemen tegen vorst beschermt. Tijdens vorst wordt tijdelijk het vocht uit de bloemen teruggetrokken.
Schoenlappersplanten (Bergenia) hebben wintergroen blad dat bij veel cultivars roodpaars of roze verkleurt, maar bij ´Silberlicht´ blijft het frisgroen en bij ´Abendglut´ wordt het warmbruin. De planten bloeien prachtig met trossen roze, witte of lichtrode bloemen (kan al vanaf januari).
Veel wolfsmelksoorten (Euphorbia) zijn wintergroen en te herkennen aan het witte melksap dat uit afgesneden stengels vloeit. Een van de mooiste is de amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides ´Pupurea´. Liriope muscari is vorstgevoelig, maar wel groenblijvend. Als u het smalle, grasachtige blad tijdens vorstperiodes wat afdekt, is er geen enkel probleem. De planten bloeien in augustus-september prachtig met lilapaarse, opstaande bloemtrossen.
Een longkruidsoort, Pulmonaria rubra uit de Balkan, heeft hetzelfde zacht behaarde uiterlijk als andere soorten longkruid, maar het ongevlekte, lichtgroene blad blijft ´s winters aan de planten. ´Redstart´ bloeit helderrood in maart-april.
Maagdenpalm (Vinca) is eigenlijk (net als de bekende Pachysandra) een groenblijvend, bodembedekkend struikje met klein (Vinca minor) of wat groter (Vinca major) blad. Bij Vinca minor is het wat donkerder groen, maar er zijn ook bonte bladvormen (´Argenteovariegata´). De planten bloeien, afhankelijk van de cultivar, blauw, lila, roze of wit in april-mei.
Een hele reeks vaste planten kan al vanaf eind februari bloeien: Arabis, Asarum, Brunnera, Doronicum, Draba, Hepatica, Pulsatilla en verschillende soorten Primula´s bijvoorbeeld.
Wintergroene varens zijn er ook
Bladhoudende varens verdragen over het algemeen droogte en schaduw beter dan andere soorten. Na de winter kan het oude blad het beste worden weggeknipt. Zeer goede soorten zijn o.a. schubvaren (Asplenium ceterach), steenbreekvaren (Asplenium trichomanes), Blechnum, Cyrtomium fortunei, veel Dryopteris- en Phyllitis-soorten, Polypodium en Polystichum in allerlei vormen.
Verzorging
Laat de vaste planten ´s winters zoveel mogelijk met rust. Haal afgestorven plantenmateriaal alleen weg waar het groenblijvende planten zou kunnen verstikken. Niet over de planten lopen. In het vroege voorjaar het afgestorven materiaal wegknippen (voorzichtig: geen jonge scheuten of neuzen beschadigen). Plant groenblijvende vaste planten zo dat ze beschermd zijn tegen uitdrogende oostenwind.
Bron: Plant Publicity Holland – www.pph.nl
Bewerking Rudi Van Overloop.