Het verleden komt terug in de tuin met de watercipres of Metasequoia

Metasequoia glyptostroboides, ook wel watercipres genoemd, is een van de weinige bladverliezende naaldbomen en valt op door zijn goud- en roestkleuren in de herfst. Hij groeit erg snel. Daardoor is dit ook een veelbelovende boom voor de bosbouw in onze koele klimaten. Vanaf 1940 zijn zaden van deze boomsoort over de wereld naar botanische tuinen verspreid. In Europa winterhard tot -25°C. De naalden zijn heldergroen. In de herfst verkleuren ze via geel naar roodbruin en vallen daarna samen met de kortloten af. De stam is roodbruin tot grijsbruin. De stam schilfert in lange stroken af en vormt op wat latere leeftijd in het onderste deel van de stam vaak een opmerkelijk grillig geribde en gegolfde structuur. Als de boom ouder wordt, wordt de rood- tot donkerbruine schors grijs. Deze boom kan tot een hoge heg worden gesnoeid.

Familie Taxodium

Metasequoia glyptostroboides is de enige soort uit dit geslacht. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog was hij alleen bekend als een fossiele naaldboom. Toen werd er in West-China een populatie levende bomen ontdekt. Hiermee werd gekweekt en de soort werd wijdverbreid in de gematigde klimaatzones aangeplant. Deze boomvorm met bladverliezende naalden wordt tot de coniferen gerekend. Ze lijken wat op Taxodium. De eerste beschrijvingen van deze bladverliezende conifeer dateren uit 1940 op basis van fossiele resten in China die in kleiafzettingen werden gevonden.

Standplaats

Deze conifeer met een tot in de top van de kroon doorlopende stam, geeft de voorkeur aan volle zon, diepe, rijke grond, veel regen in de zomer en beschutting tegen harde wind. Op een droge grond groeit de boom nog goed maar minder snel. Door de smalle opgaande groeiwijze is de boom geschikt voor straten en lanen maar de onderlinge afstand moet ruim blijven.

Industrielucht

Metasequoia doet het in de steden erg goed. Van nature is de stam vanaf de grond dicht bezet met zijtakken. De groeiwijze is zeer gelijkmatig kegelvormig. De vertakking aan de stam gaat tot in de top van de boom door. Met zijn takken reikend tot aan de grond kan hij als blikvanger worden toegepast.

Vermeerdering

Door zaaien of door winterstek.