Over dit verschijnsel is bijzonder weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan. Dat komt waarschijnlijk omdat het weinig economische waarde heeft. Hoewel de toeristen industrie in New England in het noord oosten van de Verenigde Staten daar wel anders over denkt. Tijdens de ´Indian Summer´ trekken er veel ´leaf-watchers er op uit.
Hoe en waarom ontstaan die kleuren?
Er zijn verschillende factoren werkzaam. Het belangrijkste is direct zonlicht want in de schaduw komt er niet veel van terecht. Ook zijn er duidelijk erfelijke invloeden. Bij planten uit Oost-Azië en Noord-Amerika zien we herfstkleuren overvloedig terwijl er in Europa er niet veel van terecht komt en we ons moeten behelpen met planten uit voorgenoemde streken.
En die laten het dan soms nog afweten ook. Ook de temperatuur en de vochtigheid van het klimaat zijn van belang en het lijkt of er goede warme zomers voor nodig zijn. Zonnige dagen en koude nachten bevorderen ook de herfstkleuren.
Hoe zit dat nou met die rode en gele kleuren?
De normale groene kleur van de plant komt door het pigment chlorofyl. Dit pigment zet in het blad de zonne-energie om in voedsel voor alles wat leeft op aarde en absorbeert de rode en blauwe golflengten uit het zonnespectrum. Naast bladgroen bevat een blad nog andere pigmenten, zoals lichtblauw (fytochroom), geeloranje (carotenoïden en xanthofyllen) en blauwviolet (riboflavine). Het chlorofyl absorbeert het gehele zichtbare spectrum van het zonlicht, behalve groen. Groen wordt terug gekaatst en het is deze overblijvende kleur die wij zien. Het chlorofyl is voor de plant dus een kostbare stof en voor de productie daarvan moet de plant veel energie stoppen. Als in de herfst het blad dreigt te vallen zal de plant die stof terugtrekken uit de bladeren. Daardoor verdwijnt de groene kleur en wat er verder aan kleurstoffen in zat wordt nu pas zichtbaar. Een van deze kleurstoffen is gele of rode beta-caroteen. Een ander veel voorkomende kleurstof die de bladeren rood doet kleuren is anthocyanidine.
De lijst met planten die elk jaar gesierd worden met een geweldige herfstkleur is enorm. Denk maar aan het rood van de amberboom (Liquidambar stryraciflua) of het geel van de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus).
Drie willekeurige planten uit die lijst zijn
Kerria japonica – ranonkelstruik
Dit is een breed uitgroeiende, bladverliezende struik met groene twijgen en frisgroene lang eivormig tot lancetvormige bladeren. Bloeit in mei en juni met goudgele bloemen met vlak uitgespreide, ovale kroonbladen van 2.5 – 3 cm in doorsnee. De goudgele, enkele bloemen komen zeer mooi uit tegen de fris groene kleur van de bladeren. In de herfst verkleuren de bladeren naar een prachtig goudgeel. Hat natuurlijk verspreidingsgebied is in Japan. Zeer winterhard.
Een cultivar met grotere bloemen is ´Golden Guinea´, ´Picta´ heeft zilverbonte bladeren en blijft lager en ´Aureo-variegata´ heeft goudbonte bladeren. Er is ook een dubbelbloemige cultivar nl. ´Pleniflora´. De bloemen hebben zich hier als ´bolletjes´ gevormd.
Oxydendrum arboreum – zuurboom
De zuurboom, Oxydendrum arboreum staat bekend om haar geweldige herfstkleur. Dit is een grote struik of een kleine boom met een compacte, piramidale kroon, die uiteindelijk een hoogte van 20 m kan bereiken. De tot 20 cm lange, elliptische bladeren zijn olijfgroen. Ze bloeit in juli en augustus met witte bloemen in slanke, eindstandige tot 25 cm lange pluimen; de bloemkroon is 8 mm. Op de foto ziet u nog de uitgebloeide bloeiwijze. De herfstkleur is scharlakenrood, vaak vermengd met oranje en geel. In ons koude klimaat blijft de grootte beperkt tot een flinke struik van hooguit 3 meter. De overlangs gegroefde stam is grijs en wat rood getint. Ook deze plant behoort tot de heidekruid familie. Verkreeg in Engeland een aantal onderscheidingen; in 1947 voor de plant in zijn geheel, 1951 voor de herfstkleur, 1957 voor de bloemen en in 1972 nog eens voor de herfstkleur. De plant wordt zuurboom genoemd vanwege het zure sap in de bladeren (oxys is het Grieks voor zuur en/of wrang).
Vaccinium cylindraceum
Deze van de Azoren afkomstige bosbes is verrassend winterhard gebleken. Het is een min of meer wintergroene struik, breed opgaand tot 1.5 m hoog. De langwerpige bladeren zijn frisgroen met lichtere nerven waardoor deze goed zichtbaar zijn. De bloemen staan in korte, dichte trosjes op het vorige jaarse hout en verschijnen halverwege de zomer tot in de herfst. De bloemkroon is cilindrisch, tot 12 mm lang, rood in knop maar verbloeiend naar een gelig groen met een rode blos en lijken op Japanse lantaarns. Ze worden gevolgd door blauwzwart berijpte, en eetbare vruchten. In de herfst verkleuren de bladeren naar van geel naar oranje of oranjerood en de bladeren kunnen tot in januari aan de plant blijven. De soortnaam heeft betrekking op de cilindrisch gevormde bloemen en vruchten. Het is een lid van de heidekruid familie (Ericaceae) en verlangt dus een zure grond.
Bronnen Arjan Laros 2001, bewerking RVO 2008