Een oeverbekleding met planten en keien is nog altijd het mooist en heel diervriendelijk. In het water komen natuurlijk zuurstofplanten, drijfplanten en waterlelies, maar de oeverzone wordt één doorgaand kleurenfeest met prachtige planten waar kikkers en salamanders tussen schuilen en libellen over ‘helikopteren’. Naar zo’n waterwereld kun je uren kijken, genietend van iedere lichtrimpeling op het water, het veelvormig wuiven van de planten langs de kant en de rijkdom van dat eigen stukje natuur. Iets mooiers dan kijken naar een vijver is er niet. Laat u bij uw keuze leiden door de eisen die de planten stellen, de waterdiepte waar ze graag in staan, de verrukkelijke tegenstellingen in bladvormen waarmee eindeloos te combineren valt en de ruimte die u ze kunt bieden.
Wordt het allemaal wat krap, maak er dan een moerasje bij. Dat geeft nog veel meer variatiemogelijkheden met planten die wel graag met hun wortels in vochtige grond staan, maar niet echt in water. Alles wat u daarover weten moet, vindt u op de etiketten bij de planten. Als die ergens belangrijk zijn, dan is dat wel bij vijver- en moerasplanten.
Een veelvoud van vormen en kleuren
De oeverzone loopt van ondiep water tot natte grond. Een zeldzaam rijke variatie aan planten op een smalle strook grond is het gevolg. Wie er ooit de gele aronskelk heeft zien bloeien (Lysichiton americanus) met zijn enorme, tot wel 1 m hoge bladeren, is meteen verkocht. Die wil dat ook, net als gele lis met na de bloei z’n damschijfachtige zaadjes, de gracieuze Amerikaanse blauwe lis en moerasiris (Iris-soorten) en het prachtige waterdrieblad (Menyanthes) met zijn pluimen behaarde witte bloemen. Maar dan ook gele, blauwe en rode maskerbloemen (Mimulus), het zuiverblauwe snoekkruid (Pontederia), moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora) met zijn dichte trossen fijne gele bloempjes in de bladoksels en de hemelsblauwe grote bloemen van de moeras-vergeet-mij-niet aan hoekige stengels (Myosotis palustris). Bij de moerasandoorn (Stachys palustris) verschijnen de roze bloemen in kransen en de fijnbladige lisdodde toont zijn sierlijke sigaren tussen ragfijn blad. Dat is zo maar een greep uit het vele dat er is. Het aanbod is tegenwoordig zo uitgebreid dat kiezen zelfs moeilijk kan zijn.
Foto: PPH. Moerasaronskelk valt wel op langs een vijverrand. |
Goed planten is alles
Zet de planten in waterplantenmanden van een flinke maat. U moet uw planten gemakkelijk kunnen onderhouden en ze uit elkaar houden. Voorkom dat het een warboel wordt en dat ze elkaar verdrukken. Voor planten die kunnen woekeren is het zelfs beter ze in dichte bakken te planten. De wortels groeien er dan niet zo gauw uit. Zet de manden en bakken op de juiste diepte. De op de etiketten aangegeven waterdiepte is altijd de afstand tussen het grondoppervlak in de mand of bak en het wateroppervlak! Gebruik goede, zware vijvergrond en strooi de mandjes na het inplanten af met fijn grind. Dat voorkomt watervervuiling, zeker als er ook vissen in kunnen woelen. Sommige soorten oeverplanten (riet en grote lisdodde) hebben vlijmscherpe wortels die door vijverfolie heen kunnen groeien. Pas daarmee op. Bodembedekkende oeverplanten kunnen prachtig de randen van de vijver overgroeien. Laat u verleiden en maak zo’n machtig waterwereldje voor uzelf en alle dieren die erop afkomen.
Bronnen Met dank aan de mensen van de Plant Publicity Holland en VLAM