Ik ben fan van de vlierstruik. Hij kan onder gunstige omstandigheden uitgroeien tot een hoogte van 10 m. Dus dan is het een boom. Een vlier in je tuin, liefst dicht bij het huis, houdt vliegen en muggen op een afstand want die houden niet van de specifieke vliergeur. Ook mollen mijden deze struik. Het is een prachtige struik die samen met de kamperfoelie zij zijn familie van elkaar in het voorjaar heel vroeg groene blaadjes toont.
Herkomst en naamgeving
Het Latijnse woord Sambucus betekent schuiftrompet want vroeger werd het vlierhout gebruikt voor het vervaardigen van fluitjes. Het wordt nu nog wel eens gebruikt voor het maken van mondstukken voor midwinterhoorns. In Duitsland noemen ze deze struik Holunder, in Zuid-Limburg Hullunder of Holderteere. De mergrijke vliertakken kunnen op latere leeftijd hol worden. De naam vlier zou zijn afgeleid van het Nederduitse vlieder wat betrekking heeft op het gevederde blad. De vlier komt bijna in heel Europa voor, maar ook in West-Siberië, Klein-Azië en in de Kaukasus.
Soorten
De bij ons het meest in de wilde natuur voorkomende vlier is de Sambucus nigra. Mooie soorten zijn ook de bergvlier (Sambucus racemosa) en de peterselievlier (Sambucus nigra ´Laciniata´). Deze laatste heeft opvallend fijn blad en bloeit met grote schermen. Sambucus nigra ´Marginata´ heeft bladeren met een crèmewitte rand. Sambucus nigra ´Aurea´ is een geelbladige soort. Bijzonder is de Sambucus nigra ´Guincho Purple´, een paarsbladige vlier met roze bloemen.
De bergvlier wordt minder groot dan de zwarte vlier (4 m). Verder is er nog de Amerikaanse vlier, de Sambucus canadensis ´Maxima´, een struik met opvallend grote bladeren en purperzwarte bessen. Wie ruimte heeft kan voor de Sambucus caerulea kiezen, een vlierboom die 10 m hoog kan worden.
Tenslotte bestaat er ook nog een vlier die geen struik, maar een vaste plant is, de Sambucus ebulus. Hij wordt niet hoger dan 1 m. De takken sterven in de herfst af. De bessen zijn giftig!
Plantkundige kenmerken
Als de vlier volwassen is, heeft hij een brede kroon en overhangende takken. Deze zijn grijsbruin met vele kurkachtige wratten. Aan een steel zitten tegenover elkaar elliptische spitse blaadjes met gezaagde rand die bij kneuzing onaangenaam ruiken. Ze lopen vroeg in het voorjaar uit. De vlier bloeit in mei/juni met vlakke of eivormige tuilen die geel- tot zuiverwit zijn en sterk geuren en zich na de bloei tot trossen van blauwzwarte bessen ontwikkelen. Vogels zijn er dol op en zorgen door het uitpoepen van de zaden voor verspreiding van de vlier.
Standplaats
Vlieren vinden we meestal in de wilde natuur, langs bosranden en weilanden, in de duinen op droge en vochtige grond, maar ook in het middelgebergte en in de Alpen tot een hoogte van 1500 m. Vlieren zijn vanouds cultuurplanten rond boerderijen die tegenwoordig helaas nog weinig aangeplant worden, misschien omdat ze te gewoon zijn. Zij wortelen ondiep, houden van een lichte plek, maar doen het ook goed in halfschaduw.
Het planten
Een vlier kunt u het beste planten als het blad is afgevallen en de sapstroom in rust is. Hij levert bijna nooit problemen op, is gauw aan de nieuwe plek gewend. Wanneer u meerdere vlieren wilt planten, ,moet u er rekening mee houden dat zij breed uit zullen groeien. Op een humusrijke, iets vochtige grond zal de vlier goed kunnen gedijen. Vlieren zij gemakkelijk te stekken. Gesnoeide takken steekt u in het najaar of vroege winter diep in de aarde waarbij u 3 tot 4 ogen boven de grond houdt. Zij zullen bijna altijd wortelen. Tijdens de zomer kunt u groene takjes ook met stekpoeder laten wortelen.
Snoeien
Bij een volwassen struik worden de takken die vrucht gedragen hebben in de winter (februari) weggesnoeid. Eenjarige scheuten worden uitgedund. Het is aan te bevelen, de vlier zo te snoeien dat er overal licht bij kan.
Ziekten en ongedierte
Bladluizen voelen zich soms prettig op een vlierstruik, maar zijn na enkele weken weer verdwenen.
Gebruik
U kunt genieten van de bloeiende struik, maar de bloemschermen ook plukken, in pannenkoekdeeg dompelen en in olie frituren. Water waarin vlierbloesem heeft gelegen heeft zweetafdrijvende kracht, vooral als de takken op St.Jan (24 juni) worden gesneden. Vlierbessen werken licht laxerend en vochtafdrijvend. Zij worden ook gebruikt als drankje bij verkoudheid. In Engeland worden de ´cat-cakes´ overgoten met vlierbessenwijn. Gekneusde vlierbladeren en Vlierthee op het huis gestreken houden de vliegen en muggen op een afstand. Vlierbessen worden in de voedingsindustrie gebruikt als natuurlijke kleurstof. Als huismiddel helpen zij, keel- en buikpijn te genezen. Van de bloesem kunt u ook een lekkere limonadesiroop maken. Aan kruisbessenjam geven enkele meegekookte vlierbessen een pittige smaak. Kransen van vliertakken over de hoofden van paarden gelegd, houden de lastige vliegen op afstand. De bessen, en vooral de zaden bevatten een voor mensen giftige stof. Daarom mogen vlierbessen nooit rauw worden gegeten en moeten de zaden na het koken uitgezeefd worden. De bessen bevatten veel vitamine C.
Sprookjes en sagen
De vlier heeft voor mensen altijd een grote rol gespeeld. Hij is het symbool voor vruchtbaarheid en liefde. In Zweden kusten vrouwen die zwanger wilden worden een vlier.
Vrouw Holle (uit het bekende sprookje van Grimm) zou onder een Holunder gewoond hebben. In de Germaanse mythologie is de godin Holla beschermvrouwe van de vlierholunder. In het Thüringer Woud zei men: Auf Johannestag blüht der Holler -da wird die Liebe noch toller. In een sprookje van Andersen is sprake van het ´vliermoedertje´. In veel landen mag men de vlier niet verminken of verbranden omdat hij een heilige boom is. De kippen zouden anders geen eieren meer leggen. Vlier biedt bescherming tegen de bliksem. In Friesland plantte men vaak een vlier op het graf. Een op oudejaarsdag gesneden vliertwijg die tot een hoepel wordt gebogen en in het huis wordt opgehangen, zou het huis voor brand bewaren.
Volgens een Griekse sage heeft Prometheus het vuur van de goden in een holle vlierstengel naar de mensen op aarde gebracht. Wie onder een vlier sliep, werd beschermd door Vrouw Holle tegen muggen, slangen en toverij. Alleen de christenen weigerden de vlier te vereren want Judas zou zich aan een vlier hebben opgehangen (wat mij onwaarschijnlijk lijkt omdat de takken daar veel te slap voor zijn). In de Duitse Pfalz is ´Hölderlin´ een duivelsnaam. In Engeland dacht men dat kinderen die met een vlierroede geslagen werden, niet meer zouden groeien. Het zou gevaarlijk zijn, een huis daar te bouwen waar een vlier heeft gestaan. In Galicië en Roemenië gold de vlier als duivelsboom.
Bron Brigit Kahlert 2007, bewerking Rudi Van Overloop 2008