Salix ´Boydii´ is een kleine, recht opgaande, langzaam groeiende, 50-70 cm hoge dwergheester met korte, afstaande scheuten. De bladeren zijn vrijwel rond en 1-1,3 cm lang, aanvankelijk aan beide kanten wit behaard, later van boven donkergroen en gerimpeld, van onderen wollig.
Salix acutifolia ´Pendulifolia´ is afkomstig uit Duitsland en is een tot 6 m hoge en brede struik of boom met dunne, in grote bogen afhangende, kastanjebruine, grijsblauw berijpte takken. Alleen de mannelijke vorm is bekend. Deze heeft 4-6 cm lange, slanke katjes, die zeer vroeg verschijnen. Hij staat bekend als een van de mooiste katjeswilgen. Deze moet je zeker eens uitproberen ! | |
Salix alba is inheems in Europa, West- en Noord-Azië waar hij voorkomt in moerasbossen en vochtig laagland. Het is een van de belangrijkste wilgen voor de houtproductie. Deze wilg houdt van vochtige standplaatsen en groeit dan ook behoorlijk snel. Hoge waterstanden worden enorm goed verdagen, zelfs in de zomermaanden. Van Salix alba worden enkele variëteiten vaak in tuinen of parken aangeplant: ´Liempde´ is het meest courante ras. Andere cultivars zijn nog Barlo, Belders, Bredevoort, Chemesina, Dart´s Snake, Drakenburg, Green Valley, het Goor, Lichtenvoorde, Lievelde, Nova, Red Hunter en Rockanje. Zij onderscheiden zich vaak door hun bijzondere gekleurde wintertakken. | |
Salix sepulcralis ´Tristis´ is de nieuwe benaming voor Salix alba ´Tristis´, de treurwilg. Deze sierlijk en majestueuze boom wordt ook vaak als knotwilg gekweekt. De katjes verschijnen gelijktijdig met de bladeren. Deze wilg die tot 20 m hoog kan groeien is meestal te vinden als solitaire parkboom aan vijvers en waterkanten. Met zijn vaak iets afstaande takken en dunne, uitgesproken gele, lange, omlaag hangende scheuten, is ook vaak aan de ingang van kerkhoven aangeplant. Het is een mooie parkboom, die echter wel wat plaats inneemt. | |
De geoorde wilg is een tot 2 m hoge, breed uitgroeiende struik. De bladeren zijn omgekeerd eirond tot omgekeerd eirond-lancetvormig, van boven donkergroen en sterk gerimpeld, van onderen blauwgroen en bedekt met grijs vilt. Ze zijn voorzien van grote, niervormige steunbladen. De katjes zijn tot 2,5 cm lang. | |
Salix matsudana ´Tortuosa´ is de laatste jaren vooral bekend geraakt door het gebruikt als decoratieve (en versierde) paastakken. De takken zijn dan ook gemakkelijk en lang op water te houden. Menig tuinliefhebber plantte nietsvermoedend na Pasen zijn paastakken in de tuin. Verwondering alom nadien, want de krulwilg groeit stevig door, en kan tot 10 meter hoog worden. Gelukkig laat de krulwilg zich ook gemakkelijk sterk snoeien. | |
Salix caprea is inheems en afkomstig uit Noord-Azië en Europa. De Latijnse naam betekent “wilg die door geiten wordt gegeten”. Zij komt meestal voor als struik of kleine boom en wordt 3-9 meter hoog. Typerend zijn de grote, ronde ovale of ellipsvormige middelgroene bladeren, die aan de onderzijde grauwwit en wollig behaard zijn en tot 10 cm lang kunnen zijn. | |
Salix cinerea is afkomstig uit Europa en West-Azië valt op door de grijsgroene kleur van het loof. De katjes zijn voor de bloei vaak lakrood. Ze verschijnen voor de bladeren in het vroege voorjaar. Deze grauwe wilg kan zowel als struik- of tot boomvorm uitgroeien. | |
De Salix elaeagnos of grijze wilg kan ongeknot een boom van 20 meter hoog worden. Zij is ook als grote struik te vinden van 2 tot 6 meter hoog. De bladeren zijn zeer smal en lang aan dunne twijgen, 6-15 cm lang, aan de rand omgekruld, aanvankelijk aan beide kanten grijs behaard, later van boven donkergroen en kaal, van onderen met witviltig, tegen de herfst goudgeel. | |
Salix hastata ´Wehrhahnii´ is afkomstig uit Zwitserland. Alleen de mannelijke vorm is bekend. Hij draagt zeer dicht opeenstaande katjes, die in het begin opvallend zilverwit zijn, later strogeel wanneer er rijpen en tot 3-5 cm lang. Op oudere leeftijd kan hij enigszins warrig worden en moe daarom regelmatig en jaarlijks snoeien. De decoratieve takken worden veel als snijbloem aangewend. Hij is een van de mooiste bloeiende struiken van dit geslacht. | |
Salix herbacea is een liggende, langzaam groeiende wilg, die zelden hoger wordt dan 10 cm en draadvormige scheuten heeft. Van juni tot augustus draagt hij 0,5-1,5 cm lange katjes. Deze soort is inheems in de Europese bergen en in Noord-Azië, en komt tevens voor in het arctische gebied van Noord-Amerika. Deze soort is een fraaie kleine wilg voor de rotstuin. |
|
Salix integra ´Hakuro-nishiki´ is meestal te vinden als een klein stamboompje. Deze populair geworden sierwilg valt op door zijn witgevlekte bladeren tegen een grijsgroene achtergrond (nog te herkennen in de oude benaming Salix integra albomaculata), die bij het uitlopen in het voorjaar, naar schitterend roos verkleuren en daardoor een afwisselende kleurschakering in de tuin kunnen brengen. | |
Salix purpurea is afkomstig uit Europa, Noord-Afrika, Midden-Azië en Japan en wordt tot 4,5 m hoog. Heeft smallle, sierlijke zilvergrijze bladeren en dunne, stijve takken. Zij is een brede heester of kleine boom. Haar twijgen zijn roodbruin, de katjes geel en een beetje roodachtig, soms kunnen ze intens roodpaars zijn. Vaak gebruikt voor haagjes. | |
Salix viminalis is een krachtige kleine boom of grote struik tot 6 m hoog. Komt voor van Europa tot het noordwesten van Azië en in de Himalaya. Zij heeft bijzonder buigzame twijgen die een grijze tint hebben als ze jong zijn, maar snel olijfkleurig of geel worden. De katjes zijn opvallend helder zilverwit en staan prachtig in de vaas en verschijnen eerder dan de bladeren. Die matgroene bladeren zijn lang en smal en aan de rand gekroesd. De onderkant is grijs getint. |
Bronnen : DE TK-plantengids van tuinkrant.com,
zie /plantengids/ voor details van deze nieuwe TK-Plantegidsfiches voor deze maand