Wat zijn bodembedekkers? De meningen variëren van mossoortjes die slechts met de loep zichtbaar zijn tot een
populierenbos, gezien vanuit een vliegtuig. Als bodembedekkers catalogiseren we planten met beperkte afmetingen die blijvend een bodem kunnen bedekken. Daarbij kan je onderscheid maken in 3 grote groepen:
- de bodembedekkers onder de kruiden zoals bijv. Trifolium
- de bodembedekkers onder de vaste planten zoals bijv. Waldsteinia
- en tenslotte de bodembedekkers onder de heesters zoals bijv. Cotoneaster
Het meest gebruikt en toegepast zijn de bodembedekkers uit de groep van de vaste planten.
Waar en waarom toepassen?
De meest voor de hand liggende reden voor het gebruik van bodembedekkers is om praktische redenen: onderhoud aan de tuin beperken. Bodembedekkers worden gebruikt ter vervanging van gazon, op schaduwrijke of moeilijk bereikbare plaatsen. Op middenbermen van wegen of op moeilijk te onderhouden plantsoenen. Het nadeel is dat het aanplanten van vaste planten duurder is dan het zaaien van gazon. Gemeenten gebruiken steeds meer bodembedekkers ter alternatief voor een chemische onkruidbestrijding. Vooral als tussenbeplanting van heesters worden bedekkers aangeplant. Heel leuk en verzorgd is het aanplanten van bodembedekkers in kleine stukjes rond straat- en parkbomen.
Wanneer is een bodembedekker goed te noemen?
Een goede bodembedekker moet de oppervlakte snel (zie tabel) kunnen bedekken en gedurende een lange periode bedekt houden. Ongewenste planten (onkruiden) moeten door de bodembedekkers worden tegengehouden. Dit hangt trouwens sterk af van de groeiwijze en de hoogte.
Men onderscheidt 2 soorten eigenschappen: (zie tabel) de zodenvormende en de pollenvormende bodembedekkers. De zodenvormende vormen een dicht tapijt, waartussen weinig onkruid kan groeien. De pollenvormende zijn minder geschikt omdat de grond tussen de pollen langer open blijft. Soms is het verschil tussen beide eigenschappen moeilijk te maken bij bijvoorbeeld sommige Geranium-soorten en Dicentra.
Een goede bodembedekker is makkelijk te onderhouden en het onderhoud moet tot een minimum beperkt zijn (o.a. terugsnoeien, vernieuwen, edm.). Veelal wensen we ook een extra sierwaarde van blad, bloem of vrucht. In sommige gevallen moet de soort tegen betreding (tabel) kunnen (langs of tussen paden, speelpleinen).
Voor het gebruik in grote tuinen zijn vooral de snelle groeiers (tabel) van belang. In de onderstaande tabel staan de snelle groeiers die ook woekeren aangeduid met XX.
Woon je in een kustgebied dan kies je een bodembedekker die daar goed gedijt: zie tabel soorten geschikt voor kustgebieden.
Sommige bomen zijn zware concurrenten voor de ondergroeiende beplanting (oppervlaktewortelaars). Wanneer je dan toch besluit daar bodembedekkers te planten zijn volgende soorten geschikt: zie tabel soorten voor onder bomen.
Er zijn een aantal soorten die wel een goede bodembedekking geven maar gevoelig zijn voor vorst. In een strenge winter moeten ze worden afgedekt. Dit betekent extra onderhoud.
Soorten | Zoden- vormende |
Pollen- vormende |
Bodem bedekkers die min of meer betreding verdragen | Snelle groeiers xx = woekerend |
Soorten geschikt voor kust gebieden |
Soorten voor onder bomen |
Vorst gevoelige soorten |
Acaena buchananii | x | ||||||
Acaena microphylla | x | x | |||||
Acaena novae-zeelandiae | x | x | |||||
Aegopodium podagraria ´Variegatum´ | x | x | |||||
Ajuga pyramidalis | x | x | xx | ||||
Ajuga reptans | x | xx | |||||
Alchemilla mollis | |||||||
Arabis caucasica | x | x | |||||
Armeria maritima | x | x | |||||
Armeria pseudoarmeria | x | ||||||
Asarum caudatum | x | x | |||||
Asarum europaeum | x | x | |||||
Bergenia cordifolia | x | ||||||
Brunnera macrophylla | |||||||
Campanula poscharskyana | x | x | |||||
Campanula ´Stella´ | x | x | |||||
Cerastium biebersteinii | x | x | x | ||||
Cerastium tomentosum | x | x | x | ||||
Cerastostigma plumbaginoides | x | xx | x | ||||
Chelidonium majus | |||||||
Convallaria majalis | x | xx | |||||
Cornus canadensis | x | x | |||||
Coronilla varia | x | x | |||||
Cotula squalida | x | ||||||
Fragaria indica | x | ||||||
Epimedium x rubrum | x | ||||||
Fragaria vesca | xx | ||||||
Galium odorata | x | xx | x | x | |||
Geranium endressii | |||||||
Geranium macrorrhizum ´Spessart´ | |||||||
Glechoma hederaceae | x | x | |||||
Lamiastrum galeobdolon | xx | ||||||
Lamiastrum galeobdolon ´Variegata´ | xx | ||||||
Lamium maculatum | |||||||
Lysimachia nummularia | x | xx | |||||
Maianthemum bifolium | x | xx | |||||
Mazus reptans | x | x | x | ||||
Omphalodes verna | x | ||||||
Oxalis acetosella | x | xx | |||||
Pachysandra terminalis | x | x | x | ||||
Persicaria affine | x | x | |||||
Prunella grandiflora | x | ||||||
Prunella vulgaris | x | xx | |||||
Pulmonaria officinalis | x | ||||||
Pulmonaria rubra | x | ||||||
Pulmonaria saccharata | x | ||||||
Sedum floriferum ´Weihenstephaner Gold´ | x | ||||||
Sedum spurium | x | ||||||
Selaginella helvetica | x | x | |||||
Tellima grandiflora | x | x | x | ||||
Thymus caespititius | x | ||||||
Thymus praecox | x | x | |||||
Thymus pseudolanuginosis | x | x | |||||
Thymus pulegioides | x | ||||||
Tiarella cordifolia | x | ||||||
Trachystemon orientalis | x | x | |||||
Veronica filiformis | x | xx | x | ||||
Vinca major | x | x | |||||
Vinca minor | x | x | |||||
Waldsteinia geoides | x | ||||||
Waldsteinia ternata | x | x |
Evenals dit bij het gazon het geval is draagt maaien ertoe bij dat planten meer vertakken. Sommige bodembedekkers kan men maaien zodanig dat een dichter tapijt ontstaat, met als gevolg een betere onkruidonderdrukking en een langere levensduur. Niet alle soorten bodembedekkers verdragen maaien goed. Soorten die in aanmerking komen zijn: Fragaria indica, Geranium sanguineum, Lysimachia nummularia, Mazus reptans, Pachysandra terminalis en Thymus serpyllum.
Combinaties van soorten
Er zijn verschillende mogelijke combinaties te bedenken die met bodembedekkers mogelijk zijn: men kan voorjaarsbloeiers combineren met zomerbloeiende planten.
- Ficaria verna met Ajuga reptans of Cotula.
- Galium odaorata met Lysimachia nummularia.
- Lamiastrum galeobdolon ´Variegata´ met Vinca major.
- Mazus reptans met Teuchrium chamaedrys.
Bron: Ir. N.A. Van Opstal
Consulentschap voor de Tuinbouw – Boskoop