Ook al vergeten we het stilaan maar het is nog altijd zomer! Om je het gevoel van een ‘zomerdepressie’ eventjes te doen vergeten wil ik alvast opnieuw enkele ‘kleurrijke’ tips, weetjes en (to do) activiteiten meegeven.
Gazonweetjes…
– Per jaar maaien we gemiddeld zo’n 30–35 maal de grasmat. Het onderhoud van je grasmachine is dus niet alleen een ‘lente’-activiteit. Laat tussendoor dus best je messen slijpen en laat ook de olie op tijd verversen. Niet alleen bevordert het vakkundig onderhoud je gazonkwaliteit: het verlengt ook de levensduur van je dierbare (en dure) grasmachine!
– Veel maaien betekent dus ook dat we op tijd en stond eens een beetje moeten (bij)bemesten –> indien we willen blijven genieten van een diepgroene grasmat.
– Als we het grasmaaisel opvangen en verwijderen dan verdwijnen naast ‘de kleine stukjes’ gras immers ook elke keer voedingsstoffen uit de grond.
– Maaibeurt na maaibeurt verarmt de bodem. De zuurtegraad daalt –> mossen houden van een zure bodem… en voilà: dat mos is of was ook elke keer een ‘vervelend’ probleem hé! Heb je het al door?
|
– Een goed onderhouden gazon dat regelmatig bemest wordt is daarenboven ook veel sterker (= vitaler). Bijgevolg herstelt het zich beter na bijvoorbeeld een insectenplaag of na enkele ontsierende molshopen!
– Grassprietjes met gele puntjes of randjes willen je eigenlijk zeggen dat ze honger hebben! (= gebrekverschijnsel)
– Grassprietjes die plots vergelen of zelfs helemaal bruin worden willen je eigenlijk zeggen dat ze aan het vechten zijn met (bodem)insecten! Vaak merk je ‘plekken’ in je gazon op. Die onzichtbare diertjes (bijv. Engerlingen) voeden zich namelijk met de worteltjes van je favoriete groene mat! Het gras ligt als het ware ‘los’ –> met de dood tot gevolg! Je kunt het ook voelen als je zachtjes aan je grasmat trekt…
Kijken dat doen we dus voortaan met onze ogen én handen! Begrijp je nu waarom sommigen ook werkelijk “groene vingers” hebben…?
Met sympathieke ‘tuin’groeten,
Stefaan Bingé
